York M. & Omar T. ontkennen iets te maken te hebben met de aanslag op de Amsterdamse rechtbank in 2011

Maandag 25 maart was de eerste zittingsdag van de rechtszaak tegen de verdachten van de aanslag op de rechtbank in Amsterdam. Op 21 september 2011 werd een zogenaamde anti-tankraket afgeschoten op het gerechtsgebouw. In totaal zijn er zes zittingsdagen uitgetrokken voor dit proces.

Volgens het Openbaar Ministerie (OM) zouden York M. (25) & Omar T. (24) die bewuste nacht een anti-tankraket hebben afgeschoten op het gerechtsgebouw aan de Parnassusweg in Amsterdam-Zuid.

Beide mannen worden verdacht van meerdere ernstige feiten. York M. wordt verdacht van 17 feiten en Omar T. heeft 7 feiten op zijn telastelegging staan. Ze worden onder meer verdacht van meerdere pogingen tot doodslag.

Volgens het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zou het projectiel dodelijk zijn geweest wanneer er die bewuste nacht mensen hadden gelopen in het trappenhuis.

Overigens ontkennen beide verdachten iets te maken te hebben met de aanslag op de rechtbank in Amsterdam. ‘Ik ben het niet geweest’, zei de 25-jarige York M. tegen de drie rechters. Al sinds zijn artestatie verklaard M. niets te maken te hebben met de aanslag. En dat herhaalde York vandaag opnieuw toen de rechters hem het verslag van zijn verhoor, tientallen pagina’s lang (42), voorhielden. York vindt zichzelf een beroepscrimineel en gaf zelfs toe een vuurwapen te dragen. Volgens M. zou hij op een dodenlijst staan en zodoende vindt hij het nodig om zich te bewapenen tegen zijn vijanden.

Volgens het OM heeft hij samen met de 24-jarige Omar T. een aanslag gepleegd op de rechtbank aan de Parnassusweg in Amsterdam-Zuid. In de nacht van 20 op 21 september zouden zij een anti-tankraket hebben afgevuurd op het gebouw alvorens te vluchten op een motor.

Twee schilders zouden iemand met een ijzeren staaf op een motor hebben zien springen. Ook zag een buurtbewoner een man naast een motor staan.

De volgende ochtend vonden agenten enkele vuilniszakken. Op een van die vuilniszakken werd een vingerafdruk van York M. aangetroffen. De politie houdt hem dan nog niet aan. Ook niet wanneer de politie er achter komt waar de daders de lanceerbuis hebben achtergelaten. Er wordt besloten om afluisterapparatuur te plaatsen in het huis van York. De politie wil horen of de vondst van de lanceerbuis iets teweeg brengt bij de verdachten.

Wanneer een duiker de buis uit het water van de Zuider Amstelkanaal haalt en verschillende media daaroer berichten. Hoort de recherche York thuis tegen iemand zeggen: “Ze hebben het dingetje gevonden”. Een paar dagen later wordt hij aangehouden.

Zijn medeverdachte Omar T. wordt min of meer in de val gelokt door de inzet van twee undercover agenten. Zij ontlokken hem enkele belastende uitspraken en wordt uiteindelijk ook aangehouden.

Omdat het proces wordt gehouden in dezelfde rechtbank als waar de aanslag op is gepleegd, wordt deze behandeld door drie Haarlemse rechters. Dit is om alle schijn van partijdigheid te voorkomen.

Het OM komt op 4 april met de strafeis.