Justitie heeft 14 jaar geëist tegen een man voor het voorbereiden van een liquidatie via Sky ECC en grootschalige drugshandel.
Vandaag heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van veertien jaar geëist tegen een 28-jarige man. Hij wordt verdacht van betrokkenheid bij het plannen van een liquidatie, evenals het bezit en de handel in cocaïne. Daarnaast wordt hem ten laste gelegd dat hij lid was van een criminele organisatie die zich onder andere bezighield met witwassen.
De verdachte zat al vast voor eerdere veroordelingen wegens witwassen en vuurwapenbezit toen hij op 30 juni 2022 werd gearresteerd op verdenking van de nieuwe aanklachten. Hij werd oorspronkelijk op 3 februari 2020 gearresteerd voor het eerder genoemde witwasonderzoek en heeft sindsdien in hechtenis gezeten.
Tijdens het requisitoir van de officier van justitie werden verschillende bewijsstukken toegelicht. Zo bleek uit ontsleutelde chatberichten dat de verdachte in januari en februari 2020 bezig was met de voorbereiding van een liquidatie. Hij stuurde onder andere een foto van het huis waar het beoogde slachtoffer destijds verbleef en gaf instructies via de chats. Het is niet duidelijk of de arrestatie van de verdachte op 3 februari 2020 ervoor heeft gezorgd dat de liquidatie niet heeft plaatsgevonden. Het beoogde slachtoffer is overigens niet omgekomen door een liquidatie, maar is na een ziekbed in juni 2022 overleden.
Naast betrokkenheid bij de liquidatievoorbereiding wordt de man ook verdacht van bezit en handel in cocaïne in januari 2020. In de chatberichten zijn voldoende bewijsstukken te vinden, waaronder teksten en afbeeldingen van geld, weegschalen en cocaïne die de verdachte ter ondersteuning van zijn berichten meestuurde.
Tot slot wordt de verdachte beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie in de periode van 1 februari 2018 tot en met 3 februari 2020, de dag van zijn eerdere aanhouding. Volgens het Openbaar Ministerie blijkt uit verschillende chatberichten dat de verdachte samen met anderen een criminele organisatie vormde. Ze werkten samen om geld te verdienen aan internationale drugshandel. Wanneer iemand dit proces zou verstoren, moest die persoon ‘verdwijnen’.
De verdachte is meerdere keren ondervraagd in deze zaak, maar heeft telkens zijn zwijgrecht ingeroepen. De officier van justitie verklaarde in haar requisitoir: “De verdachte heeft samen met anderen schuldig gemaakt aan het voorbereiden van een moord. (-) Hij is een belangrijke speler in het criminele milieu, die aanzienlijke winsten heeft behaald met zijn internationale cocaïnehandel. Hij heeft op geen enkele manier berouw getoond voor zijn daden of gedrag. Daarom is een langdurige gevangenisstraf op zijn plaats.”
Het is nu aan de rechtbank om uitspraak te doen in deze zaak. De verdachte zal zijn straf te horen krijgen na zorgvuldige afweging van alle bewijsstukken en argumenten die tijdens het proces naar voren zijn gebracht.