De rechtbank Noord-Holland heeft een 17-jarige jongen veroordeeld voor het neersteken van een 14-jarig slachtoffer.
Het incident vond plaats op 26 oktober 2022 bij de school van het slachtoffer in Hoorn. Helaas overleed het slachtoffer aan zijn verwondingen op 30 oktober 2022. De rechtbank heeft de jongen schuldig bevonden aan doodslag en heeft hem een jeugddetentie van 14 maanden opgelegd, evenals een PIJ-maatregel (jeugd-tbs). Bovendien moet hij een schadevergoeding van 20.000 euro per persoon betalen aan de ouders van het slachtoffer.
Het conflict ontstond nadat de verdachte en het slachtoffer kleding hadden geruild en het slachtoffer zijn broek terug wilde hebben. Na een ruzie tussen de twee werd op 24 oktober 2022 een gevecht gevoerd, waarbij de verdachte beloofde de broek terug te geven. Later weigerde hij dit echter te doen.
Op 26 oktober 2022 wachtte de verdachte het slachtoffer op bij de uitgang van zijn school. Volgens de verdachte wilde hij met het slachtoffer praten en had hij een mes meegenomen om zichzelf te verdedigen. Na een woordenwisseling ontstond opnieuw een gevecht tussen de twee jongens. Tijdens dit gevecht stak de verdachte het slachtoffer met een mes in de borststreek. Het slachtoffer overleed uiteindelijk vier dagen later aan zijn verwondingen.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan doodslag, omdat hij impulsief met een messtoot de toekomst van het slachtoffer heeft beëindigd. De familie van het slachtoffer heeft tijdens de zitting aangegeven dat ze zwaar getroffen zijn door het vroegtijdige verlies van hun dierbare, zoals blijkt uit de slachtofferverklaringen voorgelezen door de zus en moeder van het slachtoffer. Het feit dat de hele ruzie begon met een simpele kledingruil maakt het extra wrang en moeilijk te verteren.
Het steekincident en de directe hulpverlening hebben ook een grote impact gehad op ooggetuigen, waarvan velen minderjarig waren. Ze werden onverwacht geconfronteerd met een zeer heftige gebeurtenis op hun middelbare school, een plek waar ze zich juist veilig zouden moeten voelen. De rechtbank begrijpt dat deze gebeurtenissen nog lang voelbaar zullen zijn op de school en dat de samenleving geschokt heeft gereageerd, inclusief de deelname aan een stille tocht ter nagedachtenis aan het slachtoffer.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank ook gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Uit onderzoeken is gebleken dat hij een angststoornis, een verstandelijke beperking en een problematische ouder-kindrelatie heeft. Deskundigen hebben verklaard dat deze stoornissen van invloed waren op zijn gedragskeuzes tijdens het misdrijf. De rechtbank volgt het advies van de deskundigen om het misdrijf in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
Om de kans op herhaling te verminderen, acht de rechtbank het van groot belang dat de verdachte zo snel mogelijk behandeld wordt voor zijn problemen. Dit is meegewogen bij het opleggen van de jeugddetentie van 14 maanden. Daarnaast heeft de rechtbank een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel opgelegd om ervoor te zorgen dat de verdachte langdurige en intensieve behandeling krijgt, met als doel zijn ontwikkeling positief bij te sturen.