De rechtbank Oost-Brabant heeft een 28-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2,5 jaar en tbs met dwangverpleging voor een brute en willekeurige aanval op een slachtoffer in Eindhoven. De verdachte viel het slachtoffer zonder enige aanleiding aan op straat en gebruikte daarbij grof geweld. Ook mishandelde hij later nog een medepatiënt in een kliniek.
In maart 2022 viel de verdachte het slachtoffer aan in een steegje in Eindhoven. Zonder enige aanleiding sloeg hij het slachtoffer met een tegel op het hoofd en bedreigde hem met de woorden: “Ik maak je kapot.” Het slachtoffer liep hierbij een schedelbreuk en andere ernstige verwondingen aan het hoofd op. Het is enkel aan geluk te danken dat hij niet is overleden. De rechtbank beschouwt deze aanval als een poging tot doodslag. De verdediging stelde dat de verdachte uit noodweer handelde, maar de rechtbank vond dit niet aannemelijk.
In februari 2023 verbleef de verdachte ter observatie in een kliniek in Almere toen hij opnieuw, zonder enige aanleiding, een andere patiënt mishandelde door herhaaldelijk hard in het gezicht te slaan.
Het gewelddadige karakter van de misdrijven toont aan dat de verdachte geen enkele terughoudendheid kent bij het willekeurig toepassen van ernstig geweld tegen anderen. Bovendien toont hij geen inzicht in de laakbaarheid van zijn daden en de impact ervan op de slachtoffers. Hij weigert hulpverlening omdat hij het nut ervan niet inziet, minimaliseert zijn gedrag en lijkt vooral zichzelf als slachtoffer te zien. Dit verontrust de rechtbank.
Uit onderzoek van een psychiater en een psycholoog blijkt dat de verdachte psychotische problemen heeft, waarbij zij denken aan schizofrenie. Daarnaast is de verdachte zwakbegaafd. Op basis hiervan concluderen de deskundigen dat de kans op herhaling zonder behandeling groot is. Naast de gevangenisstraf legt de rechtbank daarom tbs met dwangverpleging op. Dit zorgt ervoor dat de verdachte een intensieve en langdurige behandeling zal ondergaan voordat hij eventueel weer terugkeert in de maatschappij.