Een 33-jarige man uit Arnhem is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5,5 jaar wegens poging tot moord en poging tot diefstal met geweld. Daarnaast heeft de rechtbank een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd aan de veroordeelde.
Het incident vond plaats in de nacht van 19 november 2023, toen de man via een website een afspraak maakte met het slachtoffer voor een date in diens woning. Het duistere plan van de man was om het slachtoffer met een hamer aan te vallen en vervolgens te beroven. Bij aankomst van de man zat het slachtoffer volgens afspraak op de grond in afwachting van zijn bezoeker. De man drong binnen en sloeg het slachtoffer met een hamer op het achterhoofd, waarna een hevige worsteling volgde en de dader op de vlucht sloeg. Het slachtoffer liep hierbij een ernstige hoofdwond op.
De rechtbank oordeelde dat de intentie van de dader om het slachtoffer uit te schakelen en te beroven dermate ernstig was dat het als poging tot moord werd bestempeld. Het bewuste gebruik van de hamer op het hoofd van het slachtoffer duidde op een opzettelijke daad met voorbedachten rade. Het feit dat de dader meerdere kansen had om zijn plan te staken, maar dit naliet, bevestigde het vooropgezette karakter van zijn handelingen.
De rechtbank hield echter rekening met de mentale toestand van de dader, die lijdt aan een posttraumatische stressstoornis en middelenmisbruik. Ook zijn traumatische jeugd werd in overweging genomen. Hierdoor werd de dader verminderd toerekeningsvatbaar geacht. Naast de gevangenisstraf van 5,5 jaar, werd hem ook een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, die hem onder toezicht kan stellen na het uitzitten van zijn straf.
Als laatste moet de dader een schadevergoeding van 7.500 euro betalen aan het slachtoffer, als compensatie voor de geleden schade. Deze uitspraak benadrukt de ernst van gewelddadige misdrijven en onderstreept de noodzaak van passende straffen en maatregelen, zelfs bij verminderde toerekeningsvatbaarheid.