Op 13 oktober 2023, heeft het Openbaar Ministerie (OM) aangekondigd dat het een celstraf van 55 maanden eist voor een 45-jarige verdachte uit Rotterdam.
De man wordt beschuldigd van witwassen en ‘ondergronds bankieren’ voor een bedrag van ruim 8 miljoen euro. De zaak kwam aan het licht na onderzoek van het Team Criminele Inlichtingen (TCI), waarbij Encrochatdata, afgeschermd berichtenverkeer, als bewijs diende.
Het onderzoek onthulde dat de verdachte, gedurende twee jaar, fungeerde als een ondergrondse bankier, samen met medeplichtigen. Hij ontving en verzond contante geldbedragen variërend van 10.000 euro tot 300.000 euro, zonder de vereiste vergunning van De Nederlandsche Bank. In totaal ging het om ongeveer 8 miljoen euro. De verdachte speelde een cruciale rol binnen een internationaal netwerk van ondergrondse bankiers, dat crimineel vermogen tussen landen doorsluisde. Dit netwerk opereerde in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Arabische Emiraten en Spanje.
De verdachte communiceerde voornamelijk via afgeschermde telefoons binnen dit ondergrondse bankierennetwerk. Hij verwerkte grote contante geldtransacties in Rotterdam en werkte samen met andere ondergrondse bankiers en koeriers om geldtransacties in het buitenland te voltooien. Anonieme tokens en versluierd taalgebruik in telefoonberichten werden gebruikt om de activiteiten te verhullen. Het geld hoefde niet fysiek van het ene naar het andere land te worden verplaatst, en de transacties bleven buiten het zicht van de autoriteiten omdat er geen gebruik werd gemaakt van reguliere financiële systemen. In ruil voor deze diensten ontving de verdachte aanzienlijke commissies.
Het OM beschouwt deze activiteiten als grootschalig witwassen, dat een bedreiging vormt voor de legale economie en de integriteit van financiële en economische transacties aantast. De georganiseerde misdaad maakt vaak gebruik van ondergrondse banksystemen. Het OM eist een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 55 maanden en zoekt ook de verbeurdverklaring van contante geldbedragen en ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel ter waarde van bijna 160.000 euro.
De rechtbank zal op 16 november uitspraak doen in deze zaak.