De rechtbank in Den Haag heeft een 42-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar en tbs met dwangverpleging voor het dodelijk aanrijden van een vrouw, kort nadat hij haar had beroofd van haar tas.
Het incident vond plaats op 16 augustus 2023 bij het De Savornin Lohmanplein in Den Haag. Het slachtoffer overleed vijf maanden later. Volgens de rechtbank is haar overlijden toe te rekenen aan het handelen van de verdachte, die ook werd veroordeeld voor het verlaten van de plaats van het ongeval en diefstal van een auto.
De verdachte beroofde het slachtoffer van haar handtas die op haar rollator stond. Hij rende vervolgens naar een eerder door hem gestolen auto. Toen hij de auto wilde starten, snelden omstanders toe in een poging hem tegen te houden. Het slachtoffer, inmiddels zonder rollator, rende roepend achter hem aan. Toen zij samen met een andere getuige bij de auto aankwam, stond ze tegen de motorkap aan. Slechts zes seconden nadat de verdachte was ingestapt, reed hij met opzet aan en over het slachtoffer heen. Vervolgens reed hij snel weg.
Het slachtoffer raakte ernstig gewond en moest meerdere operaties ondergaan. Ze bracht de laatste maanden van haar leven door in het ziekenhuis, een revalidatiecentrum en een verpleeghuis. Hoewel een schouwarts aanvankelijk sprak van een natuurlijk overlijden door COPD, concludeerde een forensisch arts van het NFI dat de aanrijding aantoonbaar heeft bijgedragen aan haar overlijden. De rechtbank nam deze conclusie over en stelde dat de aanrijding een duidelijke ‘knik in de levenslijn’ van het slachtoffer veroorzaakte, waardoor haar gezondheid verslechterde en zij uiteindelijk kwam te overlijden.
De rechtbank oordeelt dat de verdachte bewust het risico nam dat het slachtoffer onder de auto terecht zou komen. Zijn bewering dat hij haar niet had gezien, achtte de rechtbank ongeloofwaardig. De vrouw stond op korte afstand tegen de motorkap aan en bevond zich aan de zijde waar de verdachte juist naartoe stuurde.
Volgens de rechtbank heeft het handelen van de verdachte geleid tot groot en onherstelbaar leed voor het slachtoffer, dat in de maanden voor haar dood veel pijn en ongemak heeft doorstaan. Ook de impact op haar familie was enorm; tijdens de zitting werd hierover een verklaring voorgelezen door haar dochter.
De verdachte is eerder veroordeeld voor vermogensdelicten en kreeg toen al een ISD-maatregel opgelegd. Deskundigen concludeerden in 2020 dat hij aan meerdere stoornissen lijdt, maar hij weigerde mee te werken aan nieuw psychologisch onderzoek of observatie in het Pieter Baan Centrum. Daarom kon geen uitspraak worden gedaan over zijn toerekeningsvatbaarheid. Wel schat de reclassering de kans op herhaling hoog in.
Vanwege het hoge recidiverisico, het geweld in deze zaak en zijn weigering tot medewerking, acht de rechtbank tbs met dwangverpleging noodzakelijk. Omdat niet is vastgesteld dat de feiten in verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend, wordt de volledige celstraf van zeven jaar opgelegd. Daarnaast moet de verdachte een schadevergoeding van 50.000 euro betalen aan de dochter van het slachtoffer.

