Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft een 30-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaar en tbs met dwangverpleging wegens het doden van zijn 7 maanden oude baby.
Eerder had de rechtbank Zeeland-West-Brabant hem een gevangenisstraf van 7,5 jaar opgelegd.
In de nacht van 18 op 19 november 2017 belde de vader het alarmnummer en meldde dat zijn zoontje geen ademhaling vertoonde, bleek zag en geen tekenen van leven vertoonde. Hij gaf ook aan dat het kind een verwonding in de mond had. Ondanks reanimatiepogingen van de hulpdiensten overleed het kind een dag later in het ziekenhuis.
Deskundigen stelden vast dat het kind was overleden als gevolg van ernstig hersenletsel door heftig schudden en/of ander geweld dat op hem was toegepast. De ouders waren de meeste avond samen thuis. De moeder had in het begin van de avond boodschappen gedaan, en bij haar terugkomst merkte ze op dat het kind zwaar ademde, terwijl hij daarvoor gezond leek.
De man verklaarde dat hij vlak voor de alarmoproep plotseling merkte dat het kind niet meer ademde. Echter, het tijdstip waarop het letsel waarschijnlijk werd toegebracht, was onverenigbaar met zijn verklaring. Daarom gaat het hof ervan uit dat het letsel is toegebracht terwijl de moeder afwezig was, waardoor de vader als de dader wordt beschouwd.
Naast de gevangenisstraf heeft het hof beoordeeld of tbs kan worden opgelegd. Ondanks dat de man niet heeft meegewerkt aan psychologische en psychiatrische onderzoeken, observeerde het Pieter Baan Centrum hem. Het hof concludeerde op basis van de rapporten dat de man een gestoorde ontwikkeling en geestesstoornis heeft.
Bovendien achtte het hof het risico op herhaling groot vanwege eerdere veroordelingen voor mishandeling. Tbs met dwangverpleging werd daarom opgelegd. Tevens moet de man een schadevergoeding van 25.000 euro betalen aan de moeder van het overleden jongetje.