De rechtbank Den Haag heeft een 80-jarige vrouw vrijgesproken van beschuldigingen dat ze twee getuigen zou hebben beïnvloed tijdens het onderzoek naar de dood van een 14-jarig meisje in Leiden.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor haar betrokkenheid bij het beïnvloeden van de getuigen.
Het levenloze lichaam van het meisje werd op 21 december 2021 gevonden in een park in Leiden, wat leidde tot een uitgebreid politieonderzoek. Een verdachte werd snel aangehouden en later veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging voor de dood van het meisje.
De verdachte in deze zaak, de achtertante van de veroordeelde man, werd ervan beschuldigd twee getuigen te hebben beïnvloed: de moeder van de veroordeelde man en zijn ex-vriendin. Het Openbaar Ministerie beweerde dat opgenomen telefoongesprekken aantoonden dat de verdachte de getuigen had geadviseerd niet te verklaren over de dader.
De rechtbank stelde echter vast dat de opgenomen gesprekken plaatsvonden in een emotioneel beladen periode, waarin de verdachte haar familie bijstond, mede vanwege haar achtergrond als psychiater. Hoewel sommige uitingen in de gesprekken mogelijk als tegenwerkend konden worden opgevat, kon de rechtbank niet vaststellen dat de verdachte de verklaringsvrijheid van de getuigen opzettelijk wilde beïnvloeden.
De rechtbank concludeerde dat de uitingen eerder bedoeld waren als steun en advies, waardoor het vereiste opzet niet kon worden vastgesteld. Daarom werd de 80-jarige vrouw vrijgesproken van de beschuldigingen.
Het proces benadrukt de complexiteit van emotioneel geladen situaties en het belang van zorgvuldig onderzoek in dergelijke zaken.