XTC pil Maccie
© Crime-Nieuws.nl

Gericht sporenonderzoek Nederlandse politie onthult breder crimineel netwerk achter drugslabs

Het Syndru-project, een tweejarige proeftuin in Oost-Nederland, heeft aangetoond dat gericht forensisch sporenonderzoek in drugslabs meer kan blootleggen dan alleen de identiteit van de directe ‘koks’.

Dit onderzoek richtte zich op het in kaart brengen van criminele netwerken achter de drugslabs, waardoor ook andere verdachten zoals drugslabbouwers, hardwareleveranciers en personen die namens opdrachtgevers handelen, geïdentificeerd kunnen worden.

De politie, in samenwerking met het Openbaar Ministerie, het Nederlands Forensisch Instituut en het private forensisch instituut Eurofins TMFI, voerde intelligence-gestuurd forensisch sporenonderzoek uit op achttien productielocaties van synthetische drugs in Oost-Nederland. Normaal gesproken richt dit onderzoek zich op handschoenen en maskers, maar nu werd breder gekeken naar sporen die meer konden onthullen over de criminele netwerken achter drugslabs.

Forensisch onderzoekers onderzochten niet alleen productieruimtes, maar ook opslag-, leef- en slaapruimtes. Ze verzamelden dna en vingerafdrukken van voorwerpen en materialen en analyseerden het dna snel om niet alleen de identiteit van koks, maar ook van bouwers van drugslabs, hardwareleveranciers en coördinatoren te achterhalen.

Wilbert Paulissen, landelijk portefeuillehouder specialistische opsporing, benadrukt de meerwaarde van deze benadering en pleit voor verdere samenwerking tussen forensische opsporing, intelligence en tactiek om informatie rijker te maken en het brede criminele netwerk achter drugslabs bloot te leggen. De politie en het OM onderzoeken nu hoe ze deze werkwijze effectief kunnen invoeren.