Justitie gaat in hoger beroep in een zaak rond grootschalige productie van drugs in drugslabs.
Op 18 juli heeft de rechtbank Oost-Brabant veertien verdachten veroordeeld voor hun betrokkenheid bij de productie van synthetische drugs. De straffen variëren tot twaalf jaar gevangenis. Vijf van de veroordeelden kregen ook een straf voor deelname aan een criminele organisatie. Ondanks de tevredenheid van het Openbaar Ministerie (OM) over de uitspraak in eerste aanleg, heeft het OM besloten in vier zaken in hoger beroep te gaan.
Hoofdverdachte en Strafmaat
De rechtbank beschouwt een 54-jarige man uit Eindhoven als de onbetwiste leider van de criminele organisatie. Na een eis van ruim veertien jaar, het strafmaximum voor dergelijke feiten, heeft de rechtbank hem twaalf jaar gevangenisstraf opgelegd. Het OM vindt echter dat de rechtbank bij het vaststellen van de strafmaat onvoldoende rekening heeft gehouden met de omvang en ernst van de strafbare feiten, waaronder de betrokkenheid van de verdachte bij meerdere drugslabs en de schadelijke lozingen van drugsafval in natuurgebieden.
Vrijgesproken Familieleden
De rechtbank sprak de 25-jarige zoon en 42-jarige broer van de hoofdverdachte vrij van deelname aan de criminele organisatie. Het OM betwist deze vrijspraak en meent dat er voldoende bewijs is om hun betrokkenheid aan te tonen. Daarnaast beschouwt het OM de oudste zoon van de leider niet alleen als een vooraanstaand deelnemer, maar ook als een leidinggevende binnen de organisatie. Het OM heeft bezwaar tegen het ontbreken van deze strafverzwarende omstandigheid in het vonnis.
Hoger Beroep en Toekomstige Procedure
De beslissing van het OM om in hoger beroep te gaan, benadrukt de complexiteit en ernst van de zaak. De verdere juridische stappen zullen bepalen of de hogere straffen en strafverzwarende omstandigheden worden erkend.