Veroordeeld crimineel Benaouf A. heeft recentelijk een rechtszaak verloren die hij had aangespannen tegen de Staat. A. had bezwaar aangetekend tegen zijn plaatsing op de lijst van gedetineerden met een extreem risico op vluchtgevaar.
Plaatsing in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI)
Benaouf A. werd eind mei overgeplaatst naar de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught. Deze beslissing volgde op geruchten over plannen om hem te bevrijden. Eerder had A. al een serieuze poging tot bevrijding met een helikopter overleefd. De plaatsing in de EBI is bedoeld om zijn veiligheid te waarborgen en om te voorkomen dat hij een bedreiging vormt voor de openbare orde.
Rechterlijke uitspraak
De rechter in Den Haag heeft geen inhoudelijk oordeel over de plaatsing van A. gegeven. In plaats daarvan oordeelde de rechtbank dat A. zijn rechtszaak bij de verkeerde instantie had aangespannen. De zaak moet nu worden voorgelegd aan de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ), die bevoegd is om deze kwestie verder te beoordelen.
Teleurstelling bij A. en zijn advocaat
Benaouf A. en zijn advocaat hebben hun teleurstelling geuit over de uitspraak. Ze vinden dat A. onterecht als extreem vluchtgevaarlijk wordt beschouwd. Ze zijn van mening dat de plaatsing in de EBI niet gerechtvaardigd is en dat de juridische procedures onterecht zijn verlopen.
Achtergrond
Benaouf A. zit sinds 2013 vast na een veroordeling voor medeplichtigheid aan een liquidatie in Antwerpen in 2012. In 2022 werd hij bovendien extra veroordeeld voor criminele activiteiten die hij vanuit de gevangenis had gepleegd. Deze veroordelingen dragen bij aan zijn status als een gedetineerde met verhoogd risico.
De rechtszaak en de daaropvolgende uitspraken benadrukken de complexe juridische en veiligheidskwesties die gepaard gaan met de detentie van high-risk criminelen. Het verdere verloop van de zaak zal nu worden afgewacht bij de RSJ.