Advocaat Gerald Roethof is zes weken geschorst vanwege het lekken van informatie.
Op 12 februari 2024 heeft de Amsterdamse raad twee zaken behandeld met betrekking tot mr. Roethof: een klacht van de deken en een verzoek van de deken om tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke schorsing. Vandaag, 25 maart 2024, heeft de raad uitspraak gedaan in beide zaken.
In de eerste zaak, het dekenbezwaar, heeft de raad de klacht van de deken gegrond verklaard. Mr. Roethof wordt verweten dat hij de beperkingen heeft geschonden die aan zijn cliënt waren opgelegd in een strafzaak. Als gevolg hiervan heeft de raad mr. Roethof een onvoorwaardelijke schorsing van zes weken opgelegd. Zowel de deken als mr. Roethof hebben de mogelijkheid om binnen 30 dagen tegen deze schorsing in hoger beroep te gaan, waarbij een eventueel hoger beroep de schorsing opschort.
De raad heeft mr. Roethof geschorst omdat hij, ondanks het privilege van vrije toegang tot zijn cliënt, de opgelegde beperkingen heeft geschonden door informatie over de zaak met derden te delen. Hierdoor heeft hij de betamelijkheidsnorm en de kernwaarden van onafhankelijkheid en integriteit overtreden, wat het vertrouwen in de advocatuur ernstig heeft geschaad.
Hoewel de raad erkent dat niet volledig kan worden uitgesloten dat mr. Roethof onbedoeld meer informatie heeft verstrekt dan toegestaan, acht zij een onvoorwaardelijke schorsing van zes weken passend en geboden.
In de tweede zaak, de tul-beslissing, heeft de raad het verzoek van de deken om de voorwaardelijke schorsing van vier weken ten uitvoer te leggen, toegewezen. Dit betekent dat mr. Roethof vanaf 15 april 2024 vier weken geschorst wordt, aangezien hij tijdens de proeftijd opnieuw een tuchtrechtelijk verwijt heeft gekregen. Hoger beroep tegen deze beslissing is niet mogelijk.