De rechtbank heeft Amsterdammers veroordeeld voor een brandbom bij een pand in Apeldoorn.
Drie mannen uit Amsterdam zijn veroordeeld voor het gooien van een brandbom tegen een woning in Apeldoorn. De opdrachtgever, een 22-jarige man, kreeg een taakstraf van 200 uur opgelegd. De twee uitvoerders, respectievelijk 23 en 25 jaar oud, kregen deels voorwaardelijke gevangenisstraffen en een maximale taakstraf van 240 uur. Daarnaast zijn zij verplicht om schadevergoeding te betalen. Een 17-jarige verdachte werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.
Op 11 april 2020 werd de bewoner van een woning in Apeldoorn opgeschrikt door een explosie. Een brandbom was tegen zijn raam gegooid, waardoor er brand ontstond. Gelukkig kon de brand snel worden geblust met hulp van buurtbewoners. Uit onderzoek bleek dat de brandbom was gemaakt van een flesje met benzine en zwaar vuurwerk.
Camerabeelden van een geparkeerde auto in de straat lieten zien dat de dader uit die auto stapte. Het voertuig stond op naam van de 25-jarige man. Ook werden DNA-sporen van deze man aangetroffen op een sigarettenpeuk waarmee de brandbom was aangestoken. Telefoongesprekken wezen uit dat de 23-jarige man de contactpersoon was van de 22-jarige opdrachtgever. In een getapt gesprek bekende de opdrachtgever zijn betrokkenheid bij de brandbomaanslag.
De rechtbank oordeelde dat de mannen schuldig waren aan brandstichting, maar sprak hen vrij van poging tot moord en doodslag omdat de kans op dodelijke slachtoffers klein was. De 23- en 25-jarige mannen kregen gevangenisstraffen van 2 jaar, waarvan een deel voorwaardelijk. Daarnaast moeten zij de maximale taakstraf van 240 uur uitvoeren. Alle mannen moeten tevens schadevergoedingen betalen aan de bewoner van de woning en zijn dochters.