De Amsterdamse politie heeft disciplinaire straffen opgelegd aan zes medewerkers die betrokken waren bij discriminerende en grensoverschrijdende uitingen in WhatsApp-groepen. Drie medewerkers kregen onvoorwaardelijk ontslag, terwijl de andere drie voorwaardelijk ontslag kregen.
Advies van AGFA Politie
De straffen volgden na een beoordeling door de Adviescommissie grondrechten en functie-oefening politieambtenaren (AGFA Politie). Deze commissie bekijkt of uitingen of gedragingen van politieambtenaren onder de bescherming van grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting, vallen. In dit geval oordeelde de AGFA dat de uitingen niet beschermd waren en dat disciplinaire maatregelen gerechtvaardigd zijn.
De zes betrokken medewerkers hebben inmiddels hun strafbesluit ontvangen en kunnen binnen zes weken bezwaar indienen.
Openbare adviezen en ongepaste inhoud
Hoewel de politie de inhoud van de gesprekken niet openbaar heeft gemaakt, zijn de adviezen van de AGFA wel gepubliceerd, inclusief voorbeelden van gedragingen en uitingen die leidden tot de sancties. Volgens Peter Holla, politiechef van Amsterdam, bevatten de berichten “vreselijke, discriminerende teksten” die schadelijk zijn voor het vertrouwen in de politie.
In totaal heeft de eenheid Amsterdam sinds het begin van het onderzoek vier medewerkers ontslagen, zes voorwaardelijk strafontslag gegeven en één medewerker berispt.
Meer aandacht voor inclusie en omgangsvormen
De politie benadrukt dat dit incident het belang onderstreept van het bouwen aan een diverse en inclusieve organisatie. Er zijn gesprekken gevoerd in alle teams binnen de eenheid Amsterdam over omgangsvormen op online platforms. Hierin is duidelijk gemaakt wat wel en niet acceptabel is, zowel tijdens werktijd als in privétijd.
Peter Holla: “Wij willen en moeten een politie voor iedereen zijn. Dit incident laat zien dat er nog werk aan de winkel is, maar ook dat we duidelijke grenzen stellen en blijven leren om beter te worden.”