Foto ter illustratie. © Pexels / Pixabay

Asielzoeker moet 12 jaar gevangenis in voor gooien kokend hete olie over medewerkers azc

Een asielzoeker moet 12 jaar de gevangenis in voor het gooien van kokend hete olie over medewerkers van een azc.

De 43-jarige Tareq S. is door de rechtbank Limburg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar voor het gooien van hete olie over twee medewerkers van het asielzoekerscentrum (azc) in Sweikhuizen. Het incident vond plaats op 27 januari 2022, toen de verdachte nog als asielzoeker in het azc verbleef. De twee vrouwelijke medewerkers, van respectievelijk 32 en 55 jaar oud, liepen hierbij ernstige brandwonden op over hun hele lichaam.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld. Hij heeft direct bij de politie bekend dat hij de kokende olie over de medewerkers heeft gegooid. Hij deed dit nadat hij die middag te horen kreeg dat hij overgeplaatst zou worden naar een ander azc, wat hij niet accepteerde omdat hij wilde voorkomen teruggestuurd te worden naar zijn land van herkomst.

De rechtbank acht bewezen dat de verdachte volgens een vooropgezet plan heeft gehandeld. Hij was boos en wilde wraak nemen op de medewerkers van het azc. Hij heeft de olie verwarmd in de keuken op de derde verdieping van het azc en opzettelijk het brandalarm in de keuken geactiveerd om medewerkers via de trap naar de keuken te lokken. Bovenaan de trap gooide hij twee pannen met olie over de slachtoffers. De rechtbank ziet hierin een doelgericht plan om ernstig lichamelijk letsel toe te brengen aan de medewerkers.

De opgelegde straf is hoger dan de eis van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 7 jaar had gevorderd. De rechtbank vindt deze straf te laag, gezien de ernst van het feit en de omstandigheid dat de verdachte als asielzoeker in Nederland verbleef. Het feit dat strafbare feiten worden gepleegd door asielzoekers heeft een negatieve invloed op het draagvlak voor de opvang van asielzoekers in de samenleving, wat de rechtbank meeweegt als strafverzwarende factor. Gezien de ernst en verwerpelijkheid van de gepleegde feiten ziet de rechtbank geen reden om een andere straf op te leggen dan de maximumstraf voor zware mishandeling met voorbedachte raad, namelijk een gevangenisstraf van 12 jaar.

De slachtoffers hebben verzoeken tot schadevergoeding ingediend en hebben tijdens de zitting gebruikgemaakt van hun spreekrecht. De rechtbank heeft onder andere een bedrag van 50.000 euro aan immateriële schadevergoeding (“smartengeld”) aan hen toegekend.