Mehdi Nemmouche, een van de beruchtste IS-terroristen van Frankrijk, is door een jury in Parijs veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf.
Hij wordt verantwoordelijk gehouden voor de gijzeling en foltering van Franse journalisten in Syrië in 2013 en voor de aanslag op het Joods Museum in Brussel in 2014, waarbij vier mensen omkwamen.
Aanslagen en marteling
Nemmouche stond samen met vier andere jihadisten terecht voor het ontvoeren en martelen van zeven Europeanen, waaronder vier Franse journalisten, in de Syrische steden Aleppo en Raqqa. De slachtoffers omschrijven Nemmouche als een sadistische bewaker die hen niet alleen martelde, maar ook uithongerde. Gedurende de martelsessies zong hij zelfs Charles Aznavour-liedjes, wat de psychologische impact op de slachtoffers vergrootte.
Ongerichte trots en veroordeling
Nemmouche ontkende de martelingen, maar gaf trots aan dat hij een terrorist was, zonder enige spijt. De rechter besloot hem een levenslange gevangenisstraf op te leggen, zonder mogelijkheid op vervroegde vrijlating voor de komende 22 jaar.
Veroordelingen van medeverdachten
Andere verdachten in de zaak, zoals Abdelmalek Tanem, kregen eveneens levenslang, terwijl Kais al-Abdallah een celstraf van 20 jaar kreeg. De andere medeverdachten, Oussama Atar en Salim Benghalem, worden vermoedelijk niet meer in leven te zijn.
Het vonnis tegen Nemmouche en zijn medeverdachten markeert een belangrijke stap in het gerechtelijk proces rondom de misdaden van de Islamitische Staat en de gevolgen voor de slachtoffers.
Volg Crime Nieuws op:
