Op 16 augustus stonden drie mannen terecht voor hun betrokkenheid bij explosies in Pijnacker en Den Haag.
De zaak betreft een explosief dat in april door twee broers uit Delft werd geplaatst en een andere explosie veroorzaakt door een 20-jarige man uit Rijswijk.
Explosief in Pijnacker: Ruzie Om Een Meisje
De broers, van 21 en 24 jaar, raakten in conflict met een jongen die de vriendin van een van hen had ontmoet. In plaats van de jongen fysiek aan te pakken, besloten de broers om hem te intimideren met een zware explosief. Via Snapchat verkregen ze een Cobra 6 en legden deze voor de voordeur van de jongen, waarbij aanzienlijke schade werd veroorzaakt aan de woning. De voordeur werd vernield en de jongen heeft blijvende gehoorschade opgelopen.
De officier van justitie beschuldigde de broers van het uitvoeren van een weloverwogen plan om een vuurwerkbom te gebruiken om hun conflict op te lossen. Er werd 30 maanden gevangenisstraf geëist, waarvan 12 maanden voorwaardelijk voor de jongste broer en 10 maanden voorwaardelijk voor de oudste broer.
Explosie in Den Haag: Zwaar Vuurwerk Met Brandversneller
In een andere zaak stond een 20-jarige man uit Rijswijk terecht voor het veroorzaken van een explosie op 6 november 2023 in Den Haag. De verdachte verklaarde dat hij dit deed op verzoek van iemand anders. Samen met een medeplichtige vulde hij een fles met brandversneller en legde deze als bom bij een voordeur.
De explosie leidde tot ernstige schade, waaronder een vernielde deur en gebroken ruiten. De officier van justitie benadrukte dat het gebruik van zwaar vuurwerk met een brandversneller een gevaarlijke situatie creëerde, die veel erger had kunnen aflopen als er mensen aanwezig waren geweest.
Ondanks de verklaring van de verdachte dat hij de bom niet zelf heeft geplaatst, eiste het Openbaar Ministerie 18 maanden cel, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, vanwege zijn substantiële rol in de zaak.
De rechtszaken tegen de drie mannen benadrukken de ernstige gevolgen van het gebruik van explosieven en vuurwerk als een manier van wraak en intimidatie. De rechtbank moet nu bepalen of de gevraagde straffen passend zijn voor de gepleegde misdrijven.