Cel en boetes geëist tegen Haagse politicus Richard de Mos en Haagse ondernemers

In het hoger beroep betoogt het Openbaar Ministerie (OM) dat oud-wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui, samen met vijf ondernemers uit Den Haag, schuldig zijn aan ambtelijke omkoping.

Het OM stelt dat de oud-wethouders zich hebben laten omkopen door ondernemers in ruil voor een voorkeursbehandeling. Bovendien worden de oud-wethouders en twee vastgoedondernemers beschuldigd van schending van het ambtsgeheim.

Volgens het OM hebben de verdachten, door giften en beloften, een situatie gecreëerd waarin de ambtenaren niet meer vrij en onafhankelijk konden beslissen. Deze handelingen worden als omkoping beschouwd en zijn strafbaar. De giften waren hoofdzakelijk financiële donaties variërend van ongeveer 5.000 tot ruim 30.000 euro, naast andere gunsten, zoals het regelen van een bouwkraan en luxe boottochten.

Het onderzoek, genaamd Tyrus, begon in 2018 naar aanleiding van signalen over de vermeende verkoop van horecavergunningen in Den Haag. Hoewel dit niet kon worden aangetoond, kwamen De Mos en Guernaoui al snel als verdachten van omkoping naar voren.

Naast omkoping beschuldigt het OM De Mos ervan vertrouwelijke informatie te hebben gedeeld, schending van het ambtsgeheim en het laten uitvoeren van werkzaamheden door een persoon die illegaal in Nederland verbleef.

Het OM eist voorwaardelijke gevangenisstraffen, taakstraffen en geldboetes tegen de verdachten, evenals een verbod op het bekleden van bestuurlijke ambten gedurende enkele jaren.

De advocaten-generaal benadrukken dat deze zaak draait om politieke invloed met een prijskaartje en wijzen op de ernstige schending van democratische spelregels door de verdachten.

Het hoger beroep volgt op de eerdere vrijspraak van de zeven verdachten door de rechtbank. De strafeisen zijn geformuleerd op basis van de ernst van de feiten, de context en vergelijkbare strafzaken.