De rechtbank in Den Haag heeft een 32-jarige man veroordeeld voor ernstige gevallen van belaging en bedreiging tegen een docente van de Universiteit Leiden.
De veroordeling volgt op een periode van intensieve en verontrustende communicatie van eind oktober 2023 tot halverwege januari 2024, waarbij de verdachte bijna dagelijks e-mails stuurde naar de docente.
Inhoud van de E-mails
Gedurende deze periode heeft de man in totaal ongeveer 170 e-mails gestuurd, waarvan drie bedreigend van aard waren. De bedreigingen omvatten opmerkingen over het zoeken naar een dolk en verwijzingen naar dodelijke schietincidenten op andere universiteiten in Rotterdam en Praag. Bovendien heeft hij een rouwkaart naar de docente gestuurd. De aanleiding voor zijn acties was een conflict over de taal waarin een ingeleverde opdracht moest worden ingediend. De docent had de opdracht, ingeleverd in het Engels, direct met een onvoldoende beoordeeld, omdat deze in het Nederlands had moeten zijn. De verdachte gebruikte deze situatie als basis voor zijn bedreigingen en belaging.
Oordeel van de Rechtbank
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging en bedreiging, waarbij hij duidelijk de grenzen van het toelaatbare heeft overschreden. De e-mails bevatten beledigende en discriminerende teksten die de persoonlijke levenssfeer van de docente aanzienlijk hebben aangetast. De docente heeft verklaard in angst te hebben geleefd en haar gevoel van veiligheid is ernstig ondermijnd.
Psychiatrisch Onderzoek en Vonnis
Psychologen en psychiaters hebben vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een psychotische stoornis, met overtuigingen van vervolging en benadeling door verschillende instanties. Hij heeft ook problemen met cannabisgebruik, wat bijdraagt aan de hoge kans op herhaling. De rechtbank heeft deze deskundigenrapporten overgenomen en geoordeeld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is.
De rechtbank heeft een celstraf van 6 maanden opgelegd, naast tbs met dwangverpleging. Deze maatregel biedt de verdachte de mogelijkheid voor langdurige en intensieve klinische behandeling. Aangezien de tbs maximaal vier jaar kan duren en de rechtbank het noodzakelijk acht dat de verdachte langer onder toezicht blijft, is er ook een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel voor de periode na de tbs opgelegd.