Vrouwe Justitia is de personificatie van het recht. © via Wikimedia Commons

Celstraf geëist tegen directeur transportbedrijf Zeewolde voor cocaïnetransporten

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een celstraf geëist tegen een directeur van een transportbedrijf in Zeewolde voor betrokkenheid bij cocaïnetransporten.

Het onderzoek werd gestart na informatie van het Team Criminele Inlichtingen van zowel de politie als FIOD/Belastingdienst. Volgens die TCI-informatie, die tussen maart en juni 2015 is verstrekt, werd het transportbedrijf uit Zeewolde gebruikt voor internationale cocaïnetransporten naar onder meer Engeland en Scandinavië. De opbrengsten zouden onder meer geïnvesteerd worden in transportmiddelen voor het bedrijf, aldus de binnengekomen informatie.

Op 23 juni 2015 hield de Britse politie in Engeland een Nederlandse vrachtwagenchauffeur aan die 12 kilo cocaïne verstopt had in zijn vrachtwagen. Op 2 juli 2015 is onder leiding van het Landelijk Parket het onderzoek onder de naam ‘Visser’ gestart. Aanleiding was de verdenking dat sprake was van internationale handel in cocaïne die vervoerd zou worden met vrachtauto’s van de onderneming in Zeewolde. Tijdens het onderzoek viel op dat de baas van het transportbedrijf over zeer luxe goederen beschikte, terwijl hij aan de belastingdienst opgaf dat hij een inkomen op bijstandsniveau had. De verdachten werden uiteindelijk door de politie aangehouden en vastgezet.

Het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie (OM) eiste vandaag voor de rechtbank in Overijssel een gevangenisstraf van 5 jaar, een boete van 1.000 euro en de ontneming van 332.914.05 euro wederrechtelijk verkregen voordeel tegen de 50-jarige hoofdverdachte uit Zeewolde, directeur van het bedrijf. De strafeis tegen de 49-jarige partner van de hoofdverdachte, die de administratie van het bedrijf deed, hoorde 5 maanden gevangenisstraf tegen zich eisen.

Tegen twee chauffeurs (59 en 63 jaar) van het transportbedrijf eiste het OM 15 maanden gevangenisstraf. Een derde chauffeur die tevens mededirecteur is (43) hoorde het OM een geldboete van 450 euro tegen zich eisen voor het voorhanden hebben van een taser. De strafeis van het OM tegen het transportbedrijf bestaat uit een geldboete van 75.000 euro én een boete van 5.000 euro voor het niet voeren van een kasboek. Ook vindt het OM dat de ontneming van 332.914.05 euro wederrechtelijk verkregen voordeel op zijn plaats is. De rechtbank doet binnenkort uitspraak in deze zaak.