Justitie heeft een gevangenisstraf geëist tegen een man die zijn tweelingbroer heeft doodgeslagen.
Na een jarenlang samenzijn tussen twee tweelingbroers escaleerde op 23 januari 2023 de situatie, waarbij een 51-jarige man uit Den Haag zich de volgende dag bij de politie meldde. Hij verklaarde dat zijn broer levenloos op bed lag na een harde klap op zijn hoofd. De zaak draaide om de vraag of het overlijden van de broer aan de verdachte kon worden toegeschreven.
Het slachtoffer, een stevige drinker, viel volgens de verdachte regelmatig en bloedde al sinds zaterdag uit zijn oor. Tijdens de sectie kon niet worden vastgesteld wanneer het hersenletsel was toegebracht: mogelijk tijdens het slaan, maar ook dagen ervoor. De officier van justitie betoogde dat het handelen van de verdachte op zijn minst een cruciale rol kan hebben gespeeld bij het overlijden. De verdachte had geen hulp ingeroepen en tijdens ruzies herhaaldelijk op het hoofd van zijn broer geslagen en geschopt, ondanks diens smeekbeden om te stoppen en wetende van het hoofdletsel.
De familie beschreef het overlijden als een tragedie, aangezien de tweelingbroers samenwoonden, hetzelfde werk deden en elkaars gezelschap deelden. Ondanks de problemen met alcohol bij het slachtoffer, was hij juist bij zijn broer gaan wonen voor hulp, maar beiden waren problematische drinkers met cocaïnegebruik.
De nabestaanden, tevens familie van de verdachte, wilden geen straf en pleitten voor vrijspraak. Ondanks hun verzoek stelde de officier van justitie dat een ernstig feit als dit niet zonder strafeis kon blijven. Ze eiste 8 jaar cel, aan de onderkant van de gebruikelijke strafbandbreedte voor doodslag. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.