Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een gevangenisstraf geëist voor het doodsteken van een man met een mes in zijn voorhoofd in ‘s-Gravezande.
Het slachtoffer kwam zaterdagmiddag 22 februari de spullen van zijn zus ophalen bij haar ex. Op enig moment zocht de ex de confrontatie en wilde weten waarom het slachtoffer slecht over hem sprak en hem zwart maakte. Hoewel de verdachte stelt dat hij zichzelf heeft moeten verdedigen, blijkt uit getuigenverklaringen dat de agressie juist bij hem begon, aldus het OM.
Volgens het OM is het duidelijk dat het slachtoffer een mes had, maar ook dat de verdachte op enig moment naar binnen is gegaan om een mes te pakken. Hij heeft daarmee zelf weer de confrontatie gezocht. Dat maakt volgens het Openbaar Ministerie al dat een beroep op noodweer geen stand kan houden.
De verdachte, een 33-jarige man uit ‘s-Gravenzande, verklaart op meerdere punten ook anders dan wat getuigen hebben gezien. Hij zegt dat hij het slachtoffer min of meer per ongeluk heeft gestoken; hij zou hem hebben willen afweren en was daarbij vergeten dat hij het mes vast had. Getuigen zouden wat anders hebben gezien en spreken over een zwaaiende beweging. De patholoog-anatoom legde op zitting uit dat het bot van het hoofd het sterkste bot van het lichaam is, en dat er flinke kracht nodig is om een voorhoofd met een mes te doorklieven.
Dat het verdachte’s bedoeling van te voren niet was om het slachtoffer te doden, en hij direct enorm geschrokken is van zijn daad, heeft de officier van justitie meegenomen in de strafmaat. Het OM heeft 9 jaar cel geëist voor de dodelijke steekpartij. Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.