Op maandag 26 februari begint het Openbaar Ministerie (OM) met het requisitoir in het hoger beroep van de strafzaak Eris, een van de grootste liquidatieonderzoeken in Nederland. Het betreft 19 verdachten die verantwoordelijk worden gehouden voor vijf dodelijke schietpartijen en meerdere voorbereide liquidaties in de jaren 2017 en 2018.
In dit hoger beroep, dat uit 18 deelonderzoeken bestaat, worden de verdachten beschuldigd van liquidaties, voorbereiding van liquidaties, andere geweldsdelicten, en deelname aan een criminele organisatie. Het OM heeft levenslange gevangenisstraffen geëist voor zeven verdachten, terwijl de overige verdachten straffen tussen 18 en 30 jaar boven het hoofd hangen.
De rechtbank veroordeelde in juli 2022 vier verdachten tot levenslange gevangenisstraffen en sprak drie mannen vrij, waarbij de zaken van de vrijgesproken verdachten toch in hoger beroep worden behandeld vanwege het ingestelde hoger beroep door de officier van justitie. De overige verdachten kregen aanzienlijke gevangenisstraffen opgelegd.
De strafzaak omvat ook kopstukken en leden van de verboden motorclub Caloh Wagoh, waarbij de president van de club wordt beschuldigd van het aannemen van opdrachten voor liquidaties. Een kroongetuige heeft cruciale verklaringen afgelegd, waardoor eerder onopgeloste zaken werden heropend.
Ridouan T., verdachte in zowel Eris als het Marengo-proces, wordt gezien als opdrachtgever voor de moorden in Eris. Hoewel het OM ervoor kiest hem niet in beide zaken te dagvaarden, krijgt de lopende vervolging van T. in het Marengo-proces momenteel voorrang. De zaak Eris werpt een scherp licht op de complexiteit van grote strafrechtelijke onderzoeken in Nederland.