wiet crime nieuws

Jarenlange celstraffen geëist voor grootschalige handel in wiet en runnen wietkwekerijen

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft jarenlange celstraffen geëist voor het op grote schaal handelen in wiet en runnen van wietkwekerijen.

Justitie ziet een 40-jarige man uit Almelo als ‘onbetwiste leider’ van een bende die op grote schaal wiet kweekte en verhandelde. De officier van justitie eiste dinsdag voor de rechtbank in Almelo een celstraf van 7 jaar tegen deze 40-jarige verdachte. Ook tegen zijn broer, een 36-jarig man uit Almelo, die eveneens een belangrijke rol zou hebben gehad in de organisatie, is een celstraf van 4 jaar geëist.

Beide mannen zijn in september 2018 aangehouden bij een grote politieactie in de wijk Nieuwstraatkwartier in Almelo. De twee zouden bij een groot aantal wietkwekerijen in Almelo, Nijverdal en België (Mol) betrokken zijn geweest. De komende weken staan gedurende zeven zittingsdagen in totaal elf verdachten terecht voor betrokkenheid bij de grootschalige hennepteelt.

De hoofdverdachte was betrokken bij de bedrijfsvoering, inrichting en oogst van enkele grotere kwekerijen, maar hield zich verder vooral op de achtergrond, volgens de officier. Hij was de investeerder, hij stuurde de beheerders aan. Die beheerders onderhielden de contacten met de ‘katvangers’ – de mensen die de locatie huurden waar de kwekerij was gevestigd – en regelden de ‘knippers’.

Uit het onderzoek is volgens de officier van justitie gebleken dat katvangers door de beheerders van de kwekerij of andere leden van het netwerk vooraf werden geïnstrueerd over wat zij precies bij de politie moesten verklaren mochten ze worden aangehouden. Daarnaast bleek uit het onderzoek dat katvangers na hun verhoren bij de politie werden gedebriefd.

De leden van de vermeende criminele organisatie zouden ook gebruik hebben gemaakt van informatie uit de politiesystemen. Twee politieagenten zouden de verdachten gedurende langere tijd hebben voorzien van informatie. Deze twee (inmiddels ontslagen) politieagenten zullen zich later voor de rechtbank moeten verantwoorden.