In een onverwachte wending heeft Kenia aangekondigd dat het zijn plannen om een politiemacht naar Haïti te sturen, opschort. De beslissing volgt op de aankondiging van de Haïtiaanse premier Henry dat hij zal aftreden.
Henry’s besluit kwam na gesprekken met Caribische leiders en de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Blinken. Hij heeft aangegeven dat hij zal aftreden zodra er een overgangsraad is gevormd en een nieuwe interim-premier is gekozen, waarna verkiezingen zullen volgen.
De Keniaanse autoriteiten hebben benadrukt dat er een grondwettelijke autoriteit in Haïti moet zijn voordat ze een politiemacht sturen. Momenteel wordt Haïti geplaagd door verschillende gewapende bendes, en premier Henry kan het land niet binnenkomen.
Henry nam in 2021 de macht over na de moord op president Moïse. Ondanks dat hij niet was gekozen, beloofde hij onlangs om halverwege volgend jaar verkiezingen te houden. Dit werd echter als te lang beschouwd door de twee belangrijkste bendes, die dreigden met een burgeroorlog als Henry niet zou aftreden.
Vorig jaar oktober stemde de VN-Veiligheidsraad in met het verzoek van Henry om een internationale troepenmacht naar Haïti te sturen om de orde te herstellen. De missie zou onder leiding staan van Kenia, dat beloofde duizend politieagenten te sturen. Andere landen, waaronder de Bahama’s, Belize, Jamaica en Benin, wilden ook militairen en politieagenten sturen. De Verenigde Staten beloofden de missie te steunen met ongeveer 100 miljoen dollar aan materiële en logistieke steun.
Echter, een Keniaanse rechtbank oordeelde eerder dit jaar dat het sturen van een politiemacht naar Haïti in strijd is met de grondwet. Ondanks deze uitspraak zette de Keniaanse president Ruto de plannen door.
De situatie in Haïti escaleerde vorige maand toen Henry Kenia bezocht om een deal te sluiten over de VN-missie. In zijn afwezigheid liep het bendegeweld dat Haïti al jaren teistert, verder uit de hand.
Gewapende bendes bestormden de grootste gevangenis van het land, waardoor duizenden gevangenen wisten te ontsnappen. De machtige bendeleider Jimmy Chérizier, ook bekend als ‘Barbecue’, dreigde ministers en een belangrijke politiechef gevangen te nemen. Hij zei ook te willen voorkomen dat Henry terugkeert naar Haïti. Als reactie hierop riep de regering de noodtoestand uit.
Het grootste deel van de hoofdstad Port-au-Prince is nu in handen van de bendes en grote delen van het land liggen stil. Honderden gezinnen zijn op de vlucht geslagen. Sommigen probeerden hun toevlucht te zoeken in de Dominicaanse Republiek, maar dat land houdt de grens gesloten. Ook premier Henry kan het land niet in en moest uitwijken naar Puerto Rico.