Een 42-jarige man uit Hoogeloon is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld voor de moord op zijn partner.
Hij wurgde de vrouw in hun woning, vervoerde haar lichaam in zijn auto en begroef haar in een eerder gegraven grafkuil in een bos. De rechtbank verwierp zijn bewering van geheugenverlies.
De relatie tussen de verdachte en het slachtoffer verslechterde, en toen zij aankondigde te verhuizen, escaleerde de situatie. De vrouw verdween spoorloos en werd later in een grafkuil in het bos gevonden. De verdachte ontkent niet verantwoordelijk te zijn voor haar dood maar beweert zich niets te herinneren.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte de vrouw wurgde en haar lichaam begroef. Er waren bewijsmateriaal en inconsistenties in zijn verklaringen. Hij beriep zich plotseling op geheugenverlies nadat het lichaam was gevonden. Psychiater en psychologen concludeerden dat hij waarschijnlijk deed alsof.
De rechtbank achtte voorbedachte raad bewezen, gezien de planning en voorbereiding van de verdachte. Hij werd veroordeeld tot 20 maanden gevangenisstraf, waarvan 4 voorwaardelijk, en moet alle slachtoffers schadevergoedingen betalen van ruim 245.000 euro. De dochters van het slachtoffer verliezen niet alleen hun moeder maar ook elkaar, omdat ze in verschillende gezinnen zijn opgenomen.