Achraf B., een van de hoofdverdachten in het grootschalige liquidatieproces Marengo, heeft verklaard dat hij ‘openheid van zaken’ wil geven over zijn aandeel in het geweld waarmee de criminele organisatie wordt gelinkt.
In een openbare zitting in de extra beveiligde rechtbank op Schiphol erkende de 31-jarige B. betrokkenheid bij twee moorden, maar stelde dat hij deze niet heeft georganiseerd of gepland.
‘Ik bracht de schutters, maar plande niets’
B. gaf toe dat hij op de hoogte was van de moorden en dat hij actief hielp door bijvoorbeeld de schutters naar de plaats delict te brengen. Daarmee bevestigt hij een faciliterende rol te hebben gespeeld in de liquidaties. “Ik heb de moorden niet gepleegd, niet gepland en niet georganiseerd”, verklaarde hij tegenover het hof. De verdachte gaf aan dat hij zijn straf wil dragen en niet probeert deze te ontlopen.
B. werd eerder veroordeeld tot 29 jaar en twee maanden gevangenisstraf, na een eis van levenslang door het Openbaar Ministerie. De zaak bevindt zich nu in hoger beroep, waarin hij dus alsnog delen van zijn betrokkenheid bekent.
Marengo-proces: omvangrijk en historisch
Het Marengo-proces draait om een reeks liquidaties en moordpogingen die gelinkt zijn aan een vermeende criminele organisatie onder leiding van Ridouan Taghi. Deze organisatie zou tussen 2015 en 2017 meerdere personen hebben laten liquideren of pogingen daartoe hebben gedaan, vaak vanwege vermeend verraad of rivaliteit binnen het criminele milieu.
Er zijn meerdere levenslange gevangenisstraffen opgelegd in verband met de liquidaties. Een daarvan is hoofdverdachte Ridouan Taghi. Hij kreeg levenslang voor zijn vermeende rol bij het opdracht geven tot verschillende moorden.