In het afgelopen jaar hebben 128 mensen het leven verloren door geweld in Nederland, volgens politiecijfers.
Dit markeert een daling ten opzichte van 2022, waarin er 142 geweldsdoden werden geregistreerd. Opmerkelijk is de significante afname in vergelijking met 2003, toen 247 mensen het slachtoffer werden van geweld.
Rotterdam leidt de lijst in 2023 met elf dodelijke geweldsslachtoffers, gevolgd door Amsterdam met tien en Den Haag met negen. Zuid-Holland registreerde de hoogste moordcijfers (37), gevolgd door Noord-Holland (28), Gelderland (19) en Noord-Brabant (17). Friesland, Groningen en Flevoland werden elk geconfronteerd met één dodelijk geweldsincident. Het aantal van 128 geweldsdoden kan nog worden bijgesteld omdat sommige zaken nog in onderzoek zijn.
De maanden maart en december registreerden de meeste doden, elk met zeventien slachtoffers. Helaas kwamen 26 vrouwen om het leven door femicide (partnergeweld), en de meeste dodelijke incidenten vonden plaats in de relationele sfeer.
Opmerkelijk is dat in vijf geweldsdelicten tieners als verdachten zijn aangemerkt, waarbij de jongste verdachte slechts 13 jaar oud is. Deze jongere wordt samen met een 15-jarige jongen vervolgd voor de dood van een 42-jarige man in Amsterdam op 27 augustus.
In het merendeel van de gevallen zijn verdachten gearresteerd of geïdentificeerd. Er zijn echter nog vier onopgeloste zaken, waaronder de liquidatie van Rishi Rampadarath in Houten, de dood van de Poolse Rafal in Bunschoten-Spakenburg, het geval van Pedro Raymundo Barros die werd doodgeschoten in Arnhem, en de nog onbekende dode man langs het Heusdensch Kanaal in Nederhemert op 16 december.