Foto ter illustratie. © Pexels / Pixabay

Nederlander jaren na vrijspraak alsnog veroordeeld voor doden vrouw in Thailand

Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag in hoger beroep een verdachte schuldig bevonden aan doodslag op zijn echtgenote.

De veroordeling betreft een tragische gebeurtenis die plaatsvond in november 2007 in Ranong, Thailand. Het hof legde de verdachte een gevangenisstraf op van 12 jaar en 6 maanden.

De zaak kwam aan het licht toen op 10 oktober 2008 het stoffelijk overschot van een vrouw werd aangetroffen in een dichtgemetselde beerput naast de woning in Thailand waar zij met de Nederlandse verdachte en haar 3-jarige zoontje woonde. De Thaise patholoog-anatoom concludeerde dat het slachtoffer tussen de 8 en 12 maanden daarvoor was overleden, maar de doodsoorzaak kon niet worden vastgesteld door zowel de Thaise als Nederlandse forensische experts.

Eerder werd de verdachte vrijgesproken door de rechtbank wegens gebrek aan overtuigend bewijs voor opzettelijke doodslag. De verdachte beweerde dat zijn echtgenote de woning had verlaten op 8 november 2007 en naar Maleisië was vertrokken.

Het hof oordeelde echter dat er voldoende bewijs was voor een veroordeling. Er was sprake van huiselijk geweld in de relatie, waarbij het slachtoffer op de dag van haar verdwijning contact opnam met haar moeder over een mogelijke vlucht naar Maleisië. De verdachte beweerde later dat hij nog contact had met zijn vrouw, terwijl haar stoffelijke resten werden gevonden in de beerput bij hun woning. Het hof achtte dit gedrag van de verdachte als bewijs van schuld.

Hoewel een gevangenisstraf van 14 jaar passend leek, hield het hof rekening met de langdurige juridische procedures, die tot veel onzekerheid voor de verdachte hadden geleid. Daarom werd een gevangenisstraf van 12 jaar en 6 maanden opgelegd, met bevel tot gevangenneming van de verdachte.