Het Openbaar Ministerie heeft een gevangenisstraf van zes jaar geëist tegen een Nederlandse vrouw die teruggehaald is uit Syrië, voor het oorlogsmisdrijf van plundering en deelname aan de terroristische organisatie IS.
De 36-jarige vrouw wordt er ook van beschuldigd haar jonge kinderen in levensgevaar te hebben gebracht door hen mee te nemen naar een oorlogsgebied, en voorbereidingen te hebben getroffen voor terroristische misdrijven.
De zaak werd behandeld door de rechtbank in Den Haag, die gespecialiseerd is in internationale misdrijven, waaronder oorlogsmisdrijven. De vrouw zou in 2014, kort nadat het kalifaat door IS werd uitgeroepen, met haar twee kleuters en zwanger van haar derde kind, naar Syrië zijn afgereisd om zich bij IS aan te sluiten.
Volgens de officieren van justitie bij het Landelijk Parket heeft IS ongekende gruweldaden begaan, niet alleen met aanslagen in het Westen, maar vooral ook in de gebieden die zij controleerden, wat leed en dood zaaide onder de lokale bevolking. De vrouw wordt ervan beschuldigd hieraan bijgedragen te hebben door haar man te ondersteunen in de strijd voor IS.
Bewijs in haar zaak bestaat voornamelijk uit communicatie via WhatsApp en Telegram, foto’s, en audioberichten. De verdachte heeft aangegeven door haar man te zijn gemanipuleerd om mee te gaan naar Syrië.
Het OM legt de vrouw ook plundering ten laste, vanwege het wonen in huizen in Raqqa die door IS werden toegewezen en oorspronkelijk toebehoorden aan mensen die vermoedelijk gevlucht of gedood waren door IS. De officieren benadrukten de pijn en het leed van diegenen die hun huizen moesten achterlaten.
Door haar kinderen mee te nemen naar een gevaarlijke conflictzone heeft de vrouw hen blootgesteld aan extreem geweld en een zorgeloze jeugd ontnomen. Daarnaast werden de kinderen blootgesteld aan IS-propaganda en onderwijs binnen het kalifaat, wat wordt geïllustreerd door een foto in het dossier waarop het jongste kind in een militair uniform te zien is.
Na de val van het kalifaat belandde de vrouw in een Koerdisch vluchtelingenkamp, van waaruit zij in november 2022 door Nederland werd teruggehaald. Haar man is in Syrië omgekomen. Bij de strafeis heeft het OM rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de vrouw, waaronder een onveilige thuissituatie en psychische problemen vanaf jonge leeftijd, alsmede haar verblijf in vluchtelingenkampen. De rechtbank zal op 26 april uitspraak doen in deze zaak.