OM eist zware gevangenisstraffen tegen groep Amsterdamse witwassers geld drugstransporten

Het Openbaar Ministerie heeft vandaag voor de rechtbank Amsterdam gevangenisstraffen geëist variërend tussen 22 maanden en 4,5 jaar tegen vijf verdachten die naar verluidt de kern vormden van een uitgebreid drugshandel- en witwasnetwerk.

De vermeende criminele organisatie zou jarenlang actief zijn geweest in de illegale handel in verdovende middelen en het verhullen van criminele inkomsten door middel van complexe bedrijfsstructuren.

Het onderzoek, gestart in oktober 2019 met een verdenking van witwassen tegen een 48-jarige Amsterdammer die wordt gezien als de hoofdverdachte, heeft geleid tot de arrestatie van vijf betrokkenen. Gedurende de onderzoeksperiode van 2015 tot en met 2020 zou de groep intensief betrokken zijn geweest bij de drugshandel en het witwassen van gelden, waarbij zij gebruikmaakten van een uitgebreid netwerk van bedrijven en goederenstromen tussen Nederland, Marokko, Spanje en Letland.

Volgens het OM hebben de verdachten op ingenieuze wijze honderdduizenden euro’s aan crimineel geld ontvangen, omgeleid en verborgen achter een facade van legale activiteiten, met name in de textielsector. De leden van de organisatie zouden nauw betrokken zijn geweest bij zowel de uitvoering van de drugstransacties als het vervalsen van facturen en administratie om hun criminele activiteiten te verhullen.

Het OM eist de zwaarste straf tegen de vermeende leider van de organisatie, bijgenaamd ‘giant’ of ‘directeur’, terwijl zijn 46-jarige broer hem verving in zijn afwezigheid. De overige verdachten worden beschouwd als uitvoerende of faciliterende schakels binnen het netwerk, waarbij hun betrokkenheid bij zowel drugshandel als het witwasproces duidelijk naar voren komt.

Een van de verdachten werd bovendien geïdentificeerd als de leidinggevende van een bedrijf waarbij hij aanwezig was bij het inladen van een partij van 300 kilo drugs in een vrachtwagen in Enkhuizen, die later in Letland in beslag werd genomen. Hoewel de verdachte ontkent betrokken te zijn bij drugshandel en beweert slechts een zakenpartner te zijn, wijzen verklaringen van andere betrokkenen naar zijn vermeende rol als opdrachtgever.

Het onderzoek toonde aan dat de verdachten gebruikmaakten van cryptotelefoons voor onderlinge communicatie om buiten het zicht van justitie te blijven. Deze professionele werkwijze wijst volgens de officieren van justitie op de doelgerichte aard van de criminele activiteiten.

Naast de geëiste gevangenisstraffen overweegt het OM een ontnemingsvordering, waarbij voor de vermeende leider van de organisatie tevens een verbod op het besturen van een bedrijf wordt gevraagd. De uitspraak van de rechtbank wordt verwacht op 13 juni.