Het Openbaar Ministerie (OM) heeft aangekondigd dinsdag hoger beroep aan te tekenen tegen zeven medeverdachten van Ridouan Taghi in het Marengo-proces.
Deze beslissing komt voort uit gedeeltelijke vrijspraken en als onvoldoende ervaren straffen in sommige zaken. Hoewel het OM tevreden is met de uitkomst van het Marengo-proces, vindt het de zienswijze van de rechtbank en de hoogte van sommige straffen aanleiding voor hoger beroep.
Op 27 februari legde de rechtbank levenslange gevangenisstraffen op aan Ridouan Taghi, Saïd R., en Mario R. Alle 17 Marengo-verdachten werden door de rechtbank beschouwd als deelnemers aan een meedogenloze en ontwrichtende moordorganisatie, waarvan Taghi als onbetwiste leider werd gezien.
Ondanks het oorspronkelijke streven van het OM om levenslange gevangenisstraffen op te leggen aan Mao R. en Achraf B., werden zij door de rechtbank veroordeeld tot respectievelijk 15 jaar en 8 maanden, en 29 jaar en 2 maanden. Het OM gaat in hoger beroep tegen deze uitspraken.
Hoger beroep is ook ingesteld in de zaken tegen Zakaria A., Mohamed M., Zaki R., en Ricardo O. Hoewel het OM overwegend tevreden is met de Marengo-zaak, zijn onenigheden over bepaalde zaken en straffen de drijfveer voor dit hoger beroep.
Het OM heeft ook aangekondigd hoger beroep aan te tekenen in de zaak van kroongetuige Nabil B. Hoewel zijn gevangenisstraf van 10 jaar is gehalveerd vanwege zijn positie als kroongetuige, gaat het OM in hoger beroep vanwege procedurele redenen. Het OM wil waarborgen dat het gerechtshof een oordeel kan vormen over de betrouwbaarheid van zijn verklaringen en de rechtmatigheid van de gesloten overeenkomst met de Nederlandse Staat. Hiermee bevestigt het OM de naleving van de afspraken door de kroongetuige, essentieel voor de deal over strafvermindering. Het hoger beroep betreft dus voornamelijk procedurele garanties.
Tot slot heeft het OM besloten geen hoger beroep in te stellen tegen uitspraken in de zaken tegen Said R. (levenslang), Mario R. (levenslang), Arthur M. (19 jaar en 3 maanden), Walid M. (15 jaar en 3 maanden), en Bagdad el H. (8 jaar en 7 maanden).