Het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten hoger beroep aan te tekenen tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem in een zaak tegen een oud-militair, die zich beledigend uitliet over Joden in WhatsApp-groepen.
De 25-jarige man uit Naaldwijk stond terecht voor groepsbelediging en verboden vuurwerk- en wapenbezit, waarbij hij op 15 april voor de rechtbank moest verschijnen. De rechtbank sprak hem vrij van groepsbelediging, maar legde hem een taakstraf en geldboete op voor het bezit van vuurwerk en wapens.
De meervoudige militaire kamer oordeelde in haar vonnis dat hoewel de uitlatingen en afbeeldingen van de man in de chats beledigend waren over Joden, de meeste uitlatingen niet als openbaar werden beschouwd. Bovendien stelde de kamer dat de uitingen die wel als openbaar werden beschouwd, hoewel beledigend in onderlinge samenhang, op zichzelf niet als beledigend werden beschouwd.
Het OM is echter van mening dat de uitingen zowel op zichzelf als in samenhang moeten worden beoordeeld en dat ze wel degelijk als openbaar moeten worden beschouwd. Het OM wordt in deze opvatting gesteund door jurisprudentie van de Hoge Raad en is daarom van oordeel dat de uitlatingen strafbaar zijn.