Foto ter illustratie. © Pexels / Pixabay

OM zet beperkt hoger beroep in zaak Richard de Mos door: omkoping en schending geheimhoudingsplicht

Het OM zet het hoger beroep in de zaak rond Richard de Mos en omkoping door.

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft aangekondigd dat het in beperkte vorm het hoger beroep tegen Richard de Mos en zes medeverdachten zal voortzetten. Het OM zal zich vooral richten op twee verdenkingen: omkoping en schending van de geheimhoudingsplicht. Wat betreft de vrijspraak voor meineed en deelname aan een criminele organisatie heeft het OM besloten geen hoger beroep in te dienen. Het OM beseft dat het van groot belang is om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen voor alle betrokkenen, en daarom heeft het ervoor gekozen het hoger beroep met name te richten op de twee belangrijkste aanklachten. Hierdoor verwacht het OM dat het hof sneller tot een oordeel kan komen.

De zaak draait om de verdenking dat Richard de Mos, voormalig wethouder van de gemeente Den Haag, en een andere voormalig wethouder zich hebben laten omkopen. Volgens het OM zouden vijf ondernemers uit Den Haag partijdonaties hebben gedaan die verband houden met latere besluiten in de gemeentepolitiek, waarin in het voordeel van de donateurs werd beslist. Het OM beschouwt dit als omkoping.

In april werden De Mos en zijn medeverdachten vrijgesproken van vrijwel alle tenlastegelegde feiten. Slechts één medeverdachte werd veroordeeld wegens wapenbezit.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie is dat het niet eens is met de rechtbank dat de omkoping niet bewezen kan worden. Het verschil van inzicht komt deels voort uit de waardering van het beschikbare bewijsmateriaal. Daarnaast stelt het OM dat de rechtbank een te beperkte en onjuiste interpretatie geeft aan de omkopingsbepalingen in het Wetboek van Strafrecht. Hierbij rijzen vragen zoals: wanneer wordt iets beschouwd als een gift aan een ambtenaar? Wanneer is er sprake van een tegenprestatie door de ambtenaar? En welk verband moet er bestaan tussen de gift en de tegenprestatie om het strafbaar te maken?

Ambtenaren, waaronder wethouders, dienen integer te zijn. Dit betekent dat zij objectief besluiten moeten nemen en dat hun beslissingen niet “te koop” mogen zijn. In Nederland staan integriteit van het openbaar bestuur en de bestrijding van omkoping hoog op de agenda.

Het OM ziet de maatschappelijke noodzaak om snel en zorgvuldig duidelijkheid te verkrijgen in deze zaak. Het is belangrijk dat het gerechtshof, als hogere feitenrechter, zich buigt over deze verdenkingen. Dit is niet alleen omdat het OM van mening is dat er wel degelijk bewijs is voor omkoping, maar ook omdat een aanvaarding van de vrijspraak zou kunnen leiden tot precedentwerking. Dit zou het in de toekomst moeilijker maken om corruptieonderzoeken uit te voeren.

Omdat het OM zich met name richt op de twee belangrijkste aanklachten, is het hoger beroep tegen één van de verdachten, een voormalig gemeenteraadslid, ingetrokken. Het hoger beroep heeft namelijk geen betrekking meer op de feiten waarvan deze verdachte werd beschuldigd.