‘Politie heeft sporen uitgewist na dood in stukken gesneden informant’

De politie zou in de zaak rond de in stukken gesneden informant Freddy Janssen sporen hebben gewist. Het een ‘doofpot met IRT-achtige kenmerken’ zijn.

Dat meldt het AD op basis van bronnen binnen de politie. Het slachtoffer werd in mei 2015 in stukken dood aangetroffen in het Brabantse Markkanaal. Janssen bleek na onderzoek een schotwond in zijn hoofd te hebben en hij zelfmoord had gepleegd. Bronnen binnen het Team Criminele Inlichtingen (TCI) vrezen echter dat zijn link met de politie tot zijn dood heeft geleid. De informant had vlak voor zijn dood een afspraak met Jan B., een veroordeelde wapenhandelaar. In hoger beroep is B. vrijgesproken van het wegmaken van het lichaam van Janssen. B. heeft altijd ontkend iets te maken hebben gehad met de dood van Janssen.

Volgens betrokkenen in deze zaak zou de politie cruciale informatie hebben verzwegen voor de rechtbank en sporen hebben uitgewist. Medewerkers van de politie zouden zijn gestopt met het runnen van informant Janssen omdat hij volgens hen een ongeleid projectiel was en gevreesd werd voor zijn ontmaskering. Een dag voor zijn dood zou Janssen nog een noodkreet hebben gestuurd naar de politie.

De informant was een bekende in de wereld van de motorclubs, woonwagenbewoners en handelaren in synthetische drugs. Volgens de krant zou hij informatie over wapenhandelaar Jan B. hebben gestuurd naar de politie. Het ging hierbij onder meer om een reeks foto’s van wapens. Deze informatie is voor de rechtbank verzwegen. Ook werden wachtwoorden van Janssens mailaccounts na zijn dood gewijzigd en zijn twee in beslag genomen laptops op raadselachtige wijze kapot teruggekomen. De Landelijke Eenheid gaat onderzoek doen naar de nieuwe informatie.