Politie mag telefoon geboeide verdachte onder dwang met vingerafdruk ontgrendelen

De Hoge Raad heeft bepaald dat de politie een in beslag genomen smartphone mag ontgrendelen met de vingerafdruk van de verdachte als dat in het belang is van het onderzoek.

De zaak gaat over een kwestie waarbij de politie een verdachte boeide en vervolgens zijn duim op de vingerafdrukscanner van zijn iPhone heeft gelegd om deze te ontgrendelen. De agenten hadden het vermoeden dat er op de smartphone bewijs was voor een strafbaar feit.

De vraag waar het omdraaide was of het rechtmatig was om de iPhone op deze wijze te ontgrendelen. Een verdachte kan niet gedwongen worden om actief mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Het zwijgrecht is hier onder meer op gebaseerd. De verdachte hoeft zichzelf niet te belasten en kan dan zwijgen inplaats van antwoord te geven op bepaalde of alle vragen.

De Hoge Raad verwijst bij beantwoording van de vraag of het rechtmatig was naar situaties waarbij een verdachte gesommeerd kan worden om bloed- of urinemonsters af te staan. Dat materiaal mag volgens de wet onder dwang afgenomen worden. De situatie is volgens de Hoge Raad vergelijkbaar met het plaatsen van een vinger op de scanner.

De politie gebruikte in deze zaak slechts een ‘zeer geringe mate van fysieke dwang’ om de telefoon zonder actieve medewerking van de verdachte te ontgrendelen, aldus de Hoge Raad op.

De uitspraak betekent niet dat de politie verdachten zomaar kan dwingen om altijd hun telefoon te ontgrendelen. Het oordeel van de Hoge Raad gaat niet over het ontgrendelen van een smartphone met een toegangscode. Als de verdachte de code zou moeten vertellen legt diegene in feite een verklaring af en werkt zodoende mee aan zijn eigen veroordeling.