Een schokkend incident op de luchthaven van Doha in 2020, waarbij Australische vrouwen onder dwang een inwendig onderzoek moesten ondergaan na de vondst van een pasgeboren baby in een vuilnisbak, heeft wereldwijd verontwaardiging gewekt.
Hoewel de vrouwen hoopten op gerechtigheid, heeft een recente uitspraak van een Australische rechtbank hun hoop op een aanklacht tegen Qatar Airways tenietgedaan.
De rechtbank oordeelde dat Qatar Airways niet aansprakelijk kan worden gesteld op basis van het Verdrag van Montreal, dat bepaalt wanneer luchtvaartmaatschappijen verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor letsel of overlijden van passagiers. Volgens de rechter had het personeel van Qatar Airways geen invloed op het politieoptreden of het werk van de ambulancemedewerkers die de onderzoeken uitvoerden.
De vrouwen, die gedwongen werden om hun ondergoed uit te trekken en een baarmoederonderzoek te ondergaan, beschreven de ervaring als een “afschuwelijke schending van hun rechten”. Ze dienden een klacht in bij de Australische overheid en eisten een schadevergoeding voor het “onwettige fysieke contact en de onterechte gevangenisstraf die gevolgen had voor hun geestelijke gezondheid”.
In Qatar is het strafbaar om ongehuwd een kind te krijgen, wat de situatie nog complexer maakt. De moeder en de vader van het achtergelaten kind werden in november 2020 opgespoord. Hoewel de moeder mogelijk al veroordeeld is, blijft de vraag of de vader ook een straf zal krijgen onbeantwoord.
Dit schrijnende incident werpt een scherp licht op de noodzaak van duidelijke regelgeving en bescherming van de rechten van passagiers, vooral in situaties waarin luchtvaartmaatschappijen betrokken zijn bij controversiële incidenten zoals deze. De roep om gerechtigheid en respect voor de menselijke waardigheid blijft wereldwijd resoneren, zelfs na deze juridische tegenslag voor de getroffen vrouwen.