Een van de raadsheren die betrokken is bij het hoger beroep in het omvangrijke Marengo-proces heeft verzocht om zich terug te trekken uit de zaak.
Dat heeft het gerechtshof Amsterdam bekendgemaakt. De zogenoemde verschoningskamer buigt zich uiterlijk op 1 juli over het verzoek.
Aanleiding voor het verzoek is kritiek van de verdediging van verdachten Said R. en Mohamed R. Zij brachten naar voren dat de betreffende rechter eerder betrokken was bij een strafzaak tegen kroongetuige Nabil B., die toen werd veroordeeld voor wapenbezit. Volgens de verdediging kan dit eerdere oordeel de schijn van partijdigheid oproepen, nu dezelfde rechter ook moet oordelen over de geloofwaardigheid van B. in het Marengo-proces.
Het hof erkent dat de situatie de voortgang van het proces niet ten goede komt. “Deze discussie is niet goed voor de behandeling van Marengo en daarom heeft deze raadsheer een verzoek tot verschoning ingediend”, aldus het gerechtshof in een verklaring.
Algemeen overzicht Marengo-proces
Het Marengo-proces draait om een crimineel netwerk dat verantwoordelijk wordt gehouden voor meerdere liquidaties en pogingen daartoe in de periode tussen 2015 en 2017. Hoofdverdachte in de zaak is Ridouan Taghi, die wordt gezien als de leider van het netwerk. In totaal staan zeventien verdachten terecht voor betrokkenheid bij onder meer moorden, voorbereiding van moorden en deelname aan een criminele organisatie.
Een centrale rol in het proces wordt gespeeld door kroongetuige Nabil B., die verklaringen heeft afgelegd over de structuur van de organisatie en de rol van de verdachten. Zijn betrokkenheid leidde tot ernstige repercussies, waaronder de moord op zijn broer, zijn advocaat Derk Wiersum in 2019, en misdaadjournalist Peter R. de Vries in 2021, die hem bijstond als vertrouwenspersoon.
De rechtbank veroordeelde Ridouan Taghi in februari 2024 tot een levenslange gevangenisstraf. Ook andere hoofdverdachten kregen lange celstraffen. Zowel het Openbaar Ministerie als een deel van de verdachten gingen in hoger beroep. De behandeling van dat hoger beroep is daarmee een cruciale fase in de afwikkeling van het omvangrijke strafproces.