Foto ter illustratie. © Pexels / Pixabay

Rotterdammer veroordeeld tot celstraf voor uitlokking aanslag gelinkt aan afpersing fruitbedrijf

De rechtbank heeft een 21-jarige man uit Rotterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar wegens zijn betrokkenheid bij de mislukte uitlokking van een aanslag met vuurwerk in Kerkdriel.

Het incident hield verband met een afpersingszaak tegen een fruitbedrijf in Hedel. Een andere 21-jarige man uit Rotterdam werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.

In de nacht van 2 mei 2021 werd een woning in Kerkdriel het doelwit van kiezelstenen die tegen een raam werden gegooid. De bewoners ontdekten de schade de volgende ochtend toen ze de camerabeelden terugkeken. De politie kwam de veroordeelde 21-jarige man op het spoor doordat ze zijn telefoongesprekken vanuit de gevangenis afluisterde in verband met een andere zaak. Het bleek dat hij in opdracht van een medegevangene instructies doorgaf aan een andere 21-jarige man om de aanslag uit te voeren op het adres in Kerkdriel, dat toebehoorde aan een voormalige werknemer van het fruitbedrijf in Hedel. De opdrachtgever had ook telefonisch contact met een derde persoon, die uiteindelijk de kiezelstenen tegen het raam van de woning gooide.

De rechtbank gelooft niet dat het de bedoeling was om alleen een baksteen door het raam te gooien, zoals de veroordeelde beweerde. Uit afgeluisterde gesprekken bleek duidelijk dat het doel was om eerst het raam te vernielen en vervolgens vuurwerk, mogelijk met benzine, naar binnen te gooien. De rechtbank oordeelt dat de man heeft geprobeerd brandstichting of een explosie met gevaar voor goederen en levensgevaar voor de bewoners te veroorzaken, vanwege het vermoeden dat de bewoners ’s nachts in de woning lagen te slapen. Het feit dat de aanslag mislukte, was te wijten aan de gebrekkige uitvoering. De rechtbank vindt echter niet bewezen dat de man de moord op de bewoners probeerde uit te lokken, zoals door de aanklager werd beweerd. Volgens de rechtbank ontbrak het aan bewijs dat de man bewust het risico op moord aanvaardde.

De andere 21-jarige man uit Rotterdam, aan wie de opdracht was gegeven om de aanslag uit te voeren, wordt vrijgesproken van betrokkenheid bij de mislukte aanslag. Ondanks zijn uitspraken in afgeluisterde gesprekken waarin hij beweerde de aanslag te hebben gepleegd en anderen had geregeld om dit te doen, bleek dit niet uit het feitelijke verloop van de gebeurtenissen. Hij verklaarde zelf dat hij niet van plan was om te doen wat hem was opgedragen en dat hij de opdrachtgever aan het lijntje hield. Hoewel de rechtbank bewijst dat hij het telefoonnummer en het adres van de uitvoerder aan de opdrachtgever doorgaf, kon niet worden bewezen dat hij daadwerkelijk wilde dat er een aanslag met vuurwerk en benzine zou plaatsvinden, vandaar de vrijspraak.

De verdediging van de 21-jarige opdrachtgever voerde aan dat hij psychische overmacht ervoer vanwege de druk van zijn medegevangene. De rechtbank verwierp dit argument, aangezien uit de afgeluisterde gesprekken bleek dat de man de medegevangene bewonderde en graag in zijn gunst wilde komen. Er was geen bewijs dat de man onder dwang werd gezet door zijn medegevangene.

In tegenstelling tot de eis van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 4,5 jaar had geëist, legde de rechtbank een straf van 2 jaar op aan de opdrachtgever. Dit was gebaseerd op het oordeel dat de man niet probeerde moord uit te lokken en op positieve ontwikkelingen in zijn leven. Deze straf werd ook als meer in lijn gezien met straffen in vergelijkbare zaken gerelateerd aan aanslagen op het fruitbedrijf in Hedel. De andere man, die werd vrijgesproken, kreeg geen straf opgelegd.

Ten slotte werden de schadeclaims van de bewoners van de woning, elk van 4.000 euro, afgewezen omdat niet voldoende was aangetoond dat zij immateriële schade hadden geleden als gevolg van het gooien van de kiezelstenen.