Rotterdamse politieagent geweigerd bij afdeling vanwege discriminerende opmerking bij aanhouding

De Rotterdamse agent gaat niet aan het werk bij de afdeling.

Een politieagent die zich tijdens een eerdere aanhouding schuldig heeft gemaakt aan een discriminerende opmerking, zal niet aan de slag gaan bij de Afdeling Vreemdelingenpolitie Identificatie en Mensenhandel (AVIM). De eenheidsleiding van de politie-eenheid Rotterdam heeft besloten dat de aanstelling van de betreffende agent niet passend is.

Politiechef Fred Westerbeke heeft toegegeven dat er meer aandacht had moeten zijn voor de impact van de plaatsing van de collega bij de AVIM. Het blijkt dat er onvoldoende draagvlak is en dat er te weinig rekening is gehouden met de gevoelens van collega’s en de samenleving. Het opbouwen van verbinding is essentieel voor de politie om daadwerkelijk een organisatie te zijn die er voor iedereen is. Tegelijkertijd vindt Westerbeke dat iedereen recht heeft op een tweede kans. Hij benadrukt dat collega’s ook fouten mogen maken en de mogelijkheid moeten krijgen om zich te verbeteren. Het politiewerk blijft immers mensenwerk. Samen met de betrokken collega zal er gekeken worden naar een passende werkomgeving.

De betreffende politieagent is inmiddels op de hoogte gebracht van de beslissing. De agent erkent de fout en betreurt de gemaakte opmerking ten zeerste. De afgelopen tweeënhalf jaar heeft hij gebruikt om te reflecteren en zijn weg opnieuw te vinden. Hij begrijpt dat er onvoldoende draagvlak is voor zijn plaatsing bij de AVIM en erkent dat deze stap te snel is genomen. Hij realiseert zich dat het momenteel niet de juiste tijd en plaats is voor zijn aanstelling bij deze afdeling, aldus de betrokken medewerker.

De politie-eenheid Rotterdam laat hiermee zien dat zij serieus omgaat met de impact van discriminerende uitlatingen binnen de organisatie. Door de agent niet bij de AVIM aan te stellen, wordt een duidelijk signaal afgegeven dat dergelijk gedrag niet getolereerd wordt. Het is een stap in de richting van een inclusieve politieorganisatie waarin iedereen zich veilig en gerespecteerd voelt. Het blijft echter belangrijk om medewerkers de kans te geven om te leren van hun fouten en zich te verbeteren, zodat zij op een passende manier kunnen bijdragen aan het politiewerk.

De politie-eenheid Rotterdam zal samen met de betrokken collega kijken naar alternatieve mogelijkheden voor een passende werkomgeving. Hierbij zal rekening worden gehouden met de behoeften en capaciteiten van de agent, zodat hij de kans krijgt om zijn dienstbaarheid aan de samenleving op een positieve en constructieve manier voort te zetten.