De rechtbank in Zutphen heeft taakstraffen en voorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd aan een voormalig lid van de vrijwillige brandweer uit Gelderland en drie van zijn vrienden, na brandstichting in een leegstaande woning in Putten.
De veroordeelden wilden hiermee vieren dat een van hen officieel brandweerman werd.
Op 1 december vierde het viertal dat hun 26-jarige vriend uit Garderen zich voortaan brandweerman mocht noemen. Om zijn eerste dienst als vrijwilliger bijzonder te maken, besloten ze dat hij moest uitrukken naar een brand. Met behulp van jerrycans gevuld met benzine en diesel stichtten twee van de mannen brand in de woning in Koudhoorn, waar eerder een oefening was gehouden.
De brandweerman was al op weg naar de kazerne voor de oproep binnenkwam en was de eerste die arriveerde. De brand, waarvoor vier korpsen moesten uitrukken, bleek al snel aangestoken. Ooggetuigen zagen hoe jerrycans met brandstof werden gevuld, wat leidde tot een bekentenis van de betrokkenheid van de brandweerman aan zijn chef, gevolgd door zijn ontslag.
Ondanks de eis van het Openbaar Ministerie tot gevangenisstraffen van zes tot tien maanden, oordeelde de rechter dat taakstraffen en voorwaardelijke celstraffen passend waren, gezien het ontbreken van eerdere veroordelingen en getoonde spijt. De veroordeelden moeten zich tevens drie jaar melden bij de reclassering en een cursus cognitieve vaardigheden volgen.