Justitie heeft tot 18 jaar geëist tegen twee bejaarden voor de mysterieuze liquidatie van een pakketbezorger gevonden in een busje in Amsterdam.
Deze week staan twee mannen terecht in verband met de dood van een 23-jarige man uit Amstelveen, die op 12 april 2021 dood werd aangetroffen in een bestelbus in Amsterdam-Noord. De officier van justitie heeft vandaag een gevangenisstraf van achttien jaar geëist tegen een 73-jarige verdachte, terwijl een 72-jarige verdachte veertien jaar gevangenisstraf tegen zich hoorde eisen.
Het oorspronkelijke onderzoek richtte zich op de vermissing van de man, maar veranderde toen zijn lichaam werd gevonden in de bestelbus waarmee hij pakketjes bezorgde. In april 2022 werd de 73-jarige verdachte, die zowel de Israëlische als de Litouwse nationaliteit heeft, in Duitsland gearresteerd. Enkele maanden later, in juni 2022, kon de politie ook de 72-jarige verdachte met de Israëlische en Poolse nationaliteit aanhouden.
Het broertje van het slachtoffer meldde direct na zijn vermissing dat er op 23 maart 2021 een GPS-baken onder zijn bestelbus was gevonden. Dit baken leidde de politie naar de verdachten. De gebruiker van de telefoon waarmee het baken contact had gehad, werd opgespoord en als getuige gehoord. Het bleek dat deze persoon de telefoon na de moord had gekocht bij een belwinkel in Amsterdam-Noord. Onderzoek wees uit dat de telefoon een dag na de moord weer was ingeleverd bij de winkel. Op bewakingsbeelden van de winkel waren de verdachten duidelijk te herkennen.
Het politieonderzoek heeft helaas geen duidelijkheid gegeven over het motief achter de moord. Wel is gebleken dat de 72-jarige verdachte tussen december 2020 en maart 2021 negen verschillende auto’s had gehuurd. De telefoons van beide verdachten waren meerdere keren gelokaliseerd in de buurt van de woning van het latere slachtoffer en die van zijn vriendin. Uit onderzoek naar de parkeerlocaties van de verschillende huurauto’s blijkt dat de verdachten geruime tijd het slachtoffer hebben geobserveerd met deze verschillende voertuigen. Op een gegeven moment werden de verdachten ’s nachts door de politie gecontroleerd in de auto nabij de woning van het slachtoffer. De volgende dag werd de huurauto ingeleverd en werd er een andere auto gehuurd.
Uit het onderzoek is gebleken dat beide verdachten een iets andere rol hebben gehad. De 72-jarige verdachte heeft een aanzienlijke rol gespeeld bij het observeren en het gebruik van huurauto’s, baken en telefoons, maar zijn betrokkenheid bij de moord in de nacht zelf is niet bewezen. Daarom heeft de officier van justitie om vrijspraak gevraagd voor medeplichtigheid aan moord, hoewel hij wel verdacht wordt van medeplichtigheid vanwege het aanvaarden van het risico dat het slachtoffer zou worden doodgeschoten.
Uit het onderzoek is echter duidelijk gebleken dat de 73-jarige verdachte daadwerkelijk op de plaats delict aanwezig was op het moment van de moord. Hij heeft de locatie doorgegeven aan de schutter, het lichaam in de bus geplaatst en de bus naar Amsterdam-Noord gereden. Dit wordt ondersteund door forensisch bewijs op de kleding van het slachtoffer, zijn eigen verklaring en een opgenomen gesprek. Hij heeft dus een belangrijke rol gespeeld bij de uitvoering van het delict.
De officier van justitie verklaarde: “De verdachten hebben zonder duidelijke reden een einde gemaakt aan het leven van een slechts 23-jarige man. Dit heeft onherstelbaar leed veroorzaakt voor iedereen die hem liefhad. Zijn ouders moeten verder zonder hun kind, zijn familie zonder hun broer, zijn vriendin zonder haar partner en zijn vrienden zonder hun vriend.”