Acht van de tien verdachten van de ‘vergisontvoering’ in Cruquius op 5 augustus 2021 zijn door de rechtbank Noord-Holland veroordeeld tot gevangenisstraffen van maximaal 36 maanden.
Eén verdachte kreeg 12 maanden gevangenisstraf voor poging tot afpersing en bedreiging, maar werd, samen met nog een andere verdachte, vrijgesproken van de ontvoering omdat hun betrokkenheid niet voldoende bewezen is. Bovendien moeten de veroordeelden een schadevergoeding van bijna 10.000 euro aan het slachtoffer betalen.
Het betrof een ‘vergisontvoering’, waarbij een man op klaarlichte dag van zijn werk naar huis werd ontvoerd, vastgebonden en geblinddoekt in een bestelbus werd vastgehouden. Hij werd uiteindelijk vrijgelaten nadat bleek dat de ontvoerders de verkeerde persoon hadden ontvoerd. Het slachtoffer onderging fysieke en psychische mishandeling tijdens de zes dagen van ontvoering.
De rechtbank oordeelde dat de verdachten ernstige inbreuk maakten op de lichamelijke en psychische integriteit van het slachtoffer en schonden zijn fundamentele recht om vrij te bewegen. De ontvoering had ook grote gevolgen voor de naasten van het slachtoffer, die dagenlang in onzekerheid en angst leefden.
Zes verdachten werden veroordeeld tot gevangenisstraffen van 36 maanden, wat lager is dan de 66 maanden die door de officieren van justitie werden geëist. De rechtbank achtte de zaak ernstig, maar niet zo extreem als in vergelijkbare zaken waar de officieren naar verwezen. Twee andere verdachten kregen gevangenisstraffen van 24 maanden, vanwege hun kleinere rol bij de ontvoering.
Twee van de tien verdachten werden vrijgesproken van de ontvoering, maar één van hen werd veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf voor poging tot afpersing en bedreiging van de beoogde ontvoeringsschakel. Ze moeten ook een schadevergoeding van bijna 10.000 euro aan het slachtoffer betalen.
De partner van het slachtoffer kreeg geen schadevergoeding, omdat ze niet direct slachtoffer was van de ontvoering. Ze kan nog wel via de civiele rechter een schadevergoeding eisen.