red and orange solar flare
Photo by Pixabay on Pexels.com

Tot 4 jaar cel voor fatale woningbrand Hilversum waarbij stel om het leven kwam

In verband met een fatale woningbrand in Hilversum waarbij een stel om het leven kwam zijn straffen tot 4 jaar opgelegd.

De rechtbank Midden-Nederland heeft geoordeeld dat drie mannen uit Hilversum verantwoordelijk zijn voor een tragische woningbrand in mei 2021, waarbij twee bewoners om het leven kwamen.

De hoofdverdachte, een destijds 16-jarige jongen, stak het vuur aan en is veroordeeld tot anderhalf jaar jeugddetentie en de PIJ-maatregel (jeugd tbs). De andere twee verdachten, beiden uit Hilversum en 21 en 23 jaar oud, zijn medeplichtig bevonden en kregen een gevangenisstraf van 4 jaar opgelegd.

Op de noodlottige nacht van vrijdag 28 mei 2021 werden er meldingen gedaan van een hevige brand in een woning aan de Lutherhof in Hilversum. Brandweerlieden troffen in de slaapkamer van de woning de bewusteloze bewoners aan. Ze werden gereanimeerd en naar het ziekenhuis gebracht, maar overleden kort daarna. Naar aanleiding van de brand startte de politie een onderzoek. Op camerabeelden van de woning was te zien hoe een persoon naar de voordeur liep en vanuit een flesje een vloeistof door de brievenbus en op de grond voor de deur spoot. Vervolgens was er een felle flits te zien. De brand bleek te zijn aangestoken.

Uiteindelijk werden de drie verdachten gearresteerd. Twee van hen waren te zien op de camerabeelden van de woning en werden ook herkend. Op beelden van een supermarkt was te zien hoe alle drie de verdachten samen in de auto van één van hen wegreden. Twee verdachten herkenden zichzelf op de beelden, terwijl de destijds 16-jarige jongen door meerdere agenten werd geïdentificeerd. Een camera bij een tankstation legde vast hoe de auto daar aankwam. De 16-jarige jongen vulde een flesje met benzine en betaalde met de pinpas van één van de medeverdachten. Op beelden van een andere camera was te zien hoe de auto met hoge snelheid richting de Lutherhof reed. Twee verdachten stapten uit en liepen naar de woning. Eén van hen verklaarde later bij de politie dat de 16-jarige had gezegd dat hij ‘een grapje wilde uithalen’. Nadat de brand was aangestoken, werd dezelfde auto met hoge snelheid waargenomen in de buurt van een sporthal.

Het Openbaar Ministerie was van mening dat er sprake was van voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de drie verdachten en eiste daarom een gevangenisstraf van 7 jaar voor medeplegen van de brand. De rechtbank oordeelde echter anders. Volgens hen hebben de verdachten het vuur niet gezamenlijk aangestoken en is niet bewezen dat de twee medeplichtigen vanaf het begin wisten dat het plan was om brand te stichten. Dit hadden ze echter wel moeten begrijpen vanaf het moment dat ze bij het tankstation stopten. Desalniettemin werden ze wel schuldig bevonden aan medeplichtigheid. De rechtbank veroordeelde dit duo tot een gevangenisstraf van 4 jaar. De inmiddels 19-jarige jongen kreeg een jeugddetentie van 18 maanden opgelegd, samen met de PIJ-maatregel. Uit onderzoek bleek namelijk dat hij verminderd toerekeningsvatbaar was ten tijde van de brandstichting. Bovendien werd hij ook veroordeeld voor een woninginbraak die hij pleegde tijdens zijn schorsing uit voorlopige hechtenis, terwijl hij zelfs een enkelband droeg. De rechtbank hechtte er veel waarde aan dat hij tijdens zijn schorsing voor de brandstichting met dodelijke afloop opnieuw een strafbaar feit pleegde.