De rechtbank heeft twee mannen veroordeeld voor de invoer van 320 kilo cocaïne via Schiphol.
Op 24 mei 2021 heeft de rechtbank Noord-Holland twee mannen, van respectievelijk 52 en 59 jaar oud, veroordeeld voor hun betrokkenheid bij de invoer van 320 kilo cocaïne in bloemendozen via de luchthaven Schiphol. Daarnaast hebben zij ook voorbereidingen getroffen voor de invoer van cocaïne tussen november 2020 en mei 2021. De 52-jarige man is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, terwijl de 59-jarige man een gevangenisstraf van drie jaar heeft gekregen. Een derde verdachte is vrijgesproken, en een vierde verdachte zal op een later moment voor de rechter moeten verschijnen.
Daarnaast werden acht andere verdachten voorgeleid bij de politierechter vanwege hun betrokkenheid bij de voorbereidingen voor de invoer van cocaïne. Vier van hen zijn vrijgesproken, terwijl twee van hen een gevangenisstraf van een jaar hebben gekregen. De overige twee verdachten kregen een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf van 240 uur opgelegd.
Het onderzoek naar de invoer van drugs via Schiphol omvatte het afluisteren van telefoongesprekken van verschillende verdachten en het observeren van verdachte activiteiten. Uit de afgeluisterde gesprekken bleek dat de verdachten in codetaal spraken over de invoer van drugs via vrachtvliegtuigen. Op 24 mei 2021 arriveerde een vrachtvlucht vanuit Ecuador op de luchthaven Schiphol, waarbij vijf bloemendozen met in totaal 320 kilo cocaïne werden aangetroffen.
De 52-jarige man onderhield contact met personen in Zuid-Amerika die de cocaïne aan boord van het vliegtuig konden plaatsen. Vervolgens regelde hij een medeverdachte die werknemers van een vrachtafhandelingsbedrijf op Schiphol inschakelde om de drugs uit het vliegtuig te halen en verder te vervoeren.
De 59-jarige man werkte bij het vrachtafhandelingsbedrijf dat verantwoordelijk was voor het lossen van het vrachtvliegtuig. Hij raadpleegde de roosters van het bedrijf om informatie over diensten op bepaalde dagen door te geven aan een medeverdachte en stond klaar om de cocaïne uit het vliegtuig te halen.
De rechtbank oordeelde dat de verdachten een aanzienlijke rol hebben gespeeld bij het in stand houden van het internationale drugsnetwerk. Hun motieven waren uitsluitend gericht op het snel en gemakkelijk verdienen van geld. De 52-jarige man had een leidende rol en maakte op ernstige wijze misbruik van zijn positie en de bevoegdheden van mededaders met toegang tot beveiligde delen van de luchthaven. Hij liep minder risico dan zijn mededaders, omdat hij zelf geen invoerhandelingen hoefde uit te voeren. De rechtbank legde hem een gevangenisstraf van vijf jaar op.
De 59-jarige man maakte eveneens misbruik van zijn positie als medewerker op de luchthaven. Het is van groot belang dat medewerkers van (lucht)havens weerstand bieden aan de verleiding om betrokken te raken bij de invoer van harddrugs, in de strijd tegen de internationale drugshandel. De handelwijze van de 59-jarige verdachte heeft niet alleen het vertrouwen van zijn werkgever geschaad, maar heeft ook de reputatie van de luchthaven Schiphol en de daar gevestigde bedrijven aangetast. Hij kreeg een gevangenisstraf van drie jaar opgelegd.
Een 60-jarige verdachte is vrijgesproken wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat hij schuldig was aan de invoer of voorbereiding van de cocaïne.