In een recente rechtszaak heeft de rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij een drugsorganisatie werd opgerold.
De hoofdverdachte, de 45-jarige Kees F. uit Tilburg, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaar. Hij stond aan het hoofd van de criminele organisatie, die zich bezighield met de (voorbereiding van) handel, productie en in- en uitvoer van harddrugs. Daarnaast werd hij schuldig bevonden aan het witwassen van illegaal verkregen geld gedurende meerdere jaren. Zijn 41-jarige partner kreeg een celstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor haar betrokkenheid bij het witwassen. De rechterhand van de hoofdverdachte, een 44-jarige Rotterdammer, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar.
De politie heeft de hoofdverdachte en zijn organisatie ongeveer 4 jaar lang geobserveerd voordat er in oktober 2019 tot actie werd overgegaan en de gehele organisatie werd opgerold. Uit bewijsmateriaal is gebleken dat de hoofdverdachte sinds september 2015 betrokken was bij diverse illegale drugspraktijken. Zijn organisatie kon worden gelinkt aan concrete delicten, waaronder een cocaïnevondst van 3 kilo in Denemarken in mei 2019, de ontmanteling van een metamfetaminelab in België in juni 2019 en de voorbereiding van een cocaïnewasserij/-lab eind 2018. Daarnaast was de organisatie betrokken bij de productie van amfetamine.
De drugsorganisatie opereerde op professioneel niveau en had internationale vertakkingen. Om de illegale praktijken te verhullen werden verschillende tactieken en technische middelen ingezet. De hoofdverdachte fungeerde als de hoogste in rang; hij gaf leiding en was de beslisser binnen de organisatie. Zonder zijn goedkeuring werden er geen beslissingen genomen. De Rotterdammer, die zijn rechterhand was tussen oktober 2018 en oktober 2019, vervulde de rol van gewelds- en incassoman. Hij trad op wanneer iemand tekortschoot binnen de organisatie.
Naast de drugsgerelateerde delicten maakte de hoofdverdachte zich ook schuldig aan het witwassen van grote geldbedragen en diverse voorwerpen. Hierbij valt met name de aankoop en verbouwing van een woning voor hem en zijn gezin in België op, waarbij zo’n 1,6 miljoen euro gemoeid was. De partner van de hoofdverdachte was op de hoogte van zijn illegale inkomsten en was betrokken bij het bedenken van malafide constructies voor de aankoop van de woning. Ze was actief betrokken bij het witwassen door het betalen van grote contante bedragen aan leveranciers en klusjesmannen die bij de verbouwing betrokken waren. Ze heeft ongeveer 3 jaar lang geprofiteerd van de villa waarin ze met haar gezin woonde.
Bij het bepalen van de straffen heeft de rechtbank rekening gehouden met de ontwrichtende werking die een drugsorganisatie als deze heeft op de samenleving. De verdachten toonden geen enkel respect hiervoor en waren blijkbaar enkel uit op financieel eigenbelang. In het nadeel van de hoofdverdachte werd meegewogen dat hij eerder veroordeeld is voor drugsgerelateerde misdrijven en geen enkele intentie lijkt te hebben om zijn criminele levensstijl vaarwel te zeggen. Voor hem lijkt het een ‘way of life’ te zijn; hij toont geen enkel inzicht in de kwalijke gevolgen van zijn handelen. Tijdens de behandeling van deze strafzaak bij de rechtbank liet hij geen enkele indruk achter dat hij de ernst van zijn daden begreep.
De Rotterdammer is naast de drugsgerelateerde delicten ook veroordeeld voor het bezit van 1,75 kilo hasjiesj en een verboden vuurwapen met kogelpatronen. Daarnaast heeft hij geprobeerd een auto ter waarde van ruim 23.000 euro wit te wassen. Bij het bepalen van zijn straf is meegenomen dat hij eerder is veroordeeld voor verboden wapenbezit.
Met de veroordelingen van de hoofdverdachte en zijn handlangers hoopt de rechtbank een duidelijk signaal af te geven dat dergelijke criminele activiteiten niet getolereerd worden en zwaar bestraft zullen worden. De uitspraak onderstreept de inzet van de autoriteiten om de samenleving te beschermen tegen de verwoestende effecten van drugshandel en -productie.