Foto ter illustratie. © Pexels / Pixabay

Viertal uit Amersfoort krijgt celstraffen voor wapenhandel via Telegram-groep

De rechtbank Midden-Nederland heeft vier mannen uit Amersfoort veroordeeld voor hun betrokkenheid bij wapenhandel.

Twee van hen waren verantwoordelijk voor het stelen van wapens en munitie, die ze vervolgens met de andere twee medeplichtigen verhandelden. De rechtbank heeft de twee die betrokken waren bij de diefstal veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf. De andere twee verdachten kregen deels voorwaardelijke gevangenisstraffen en taakstraffen opgelegd.

Het onderzoek naar deze zaak begon toen de politie de mannen traceerde via hun deelname aan een Telegram-groep waarin wapens en munitie werden aangeboden. Agenten gingen op een van deze aanbiedingen in en kwamen tot een overeenkomst. In augustus 2022 vond de overdracht van de wapens plaats op een industrieterrein in Amersfoort. Direct nadat de agenten de wapens ontvingen en het geld aan de verdachten gaven, werd een van de verdachten onmiddellijk gearresteerd.

Door het onderzoeken van telefoongegevens kwamen ook de andere drie verdachten in beeld. Uit hun onderlinge berichtenverkeer bleek dat de 25- en 23-jarige verdachten de leiding hadden en de twee jongere verdachten van 19 en 20 jaar aanstuurden. Uiteindelijk kon de politie de twee verdachten met een leidinggevende rol ook koppelen aan de diefstal van wapens en munitie uit een woning in Hoevelaken, begin augustus 2022. De rechtmatige eigenaar, die een vergunning had, herkende de verhandelde wapens. Vervolgens werd duidelijk dat de telefoons van de verdachten in de nacht van de diefstal signalen uitzonden vanuit het betreffende huis in Hoevelaken.

De rechtbank benadrukt dat het schokkend en gevaarlijk gedrag was om de wapendeal op klaarlichte dag op een industrieterrein in Amersfoort te laten plaatsvinden. Het verhandelen van vuurwapens brengt grote risico’s met zich mee, aangezien deze vaak worden gebruikt in criminele kringen. De rechtbank veroordeelde de twee verdachten met leidinggevende rollen en betrokkenheid bij de diefstal tot één jaar gevangenisstraf. Dit was meer dan de eis van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, had geëist.

De rechtbank vond een voorwaardelijke celstraf niet passend gezien de beperkte motivatie van de verdachten om aan zichzelf te werken. De andere twee verdachten kregen celstraffen van respectievelijk 177 dagen, waarvan 90 voorwaardelijk, en 8 maanden, waarvan 3 voorwaardelijk. Ze hoeven niet terug naar de gevangenis, maar moeten wel allebei taakstraffen uitvoeren.