Urker vissers blijken betrokken bij cocaïnesmokkel in Deense wateren.
Verscheidene kotters afkomstig van Urk zijn betrokken bij een grootschalige cocaïnesmokkeloperatie in de Deense wateren, zo blijkt uit een onderzoek van de Deense publieke omroep TV2. Gedurende een periode van twee jaar analyseerde TV2 de vaarroutes van de kotters en sprak met betrokkenen in Deense havens, evenals met een anonieme Nederlandse visser.
Het smokkelproces vindt plaats door middel van de volgende werkwijze: drugs worden overboord gegooid vanaf containerschepen uit Zuid-Amerika, voorzien van een gps-zender, in de Noordzee. Vervolgens vissen de Urker kotters de pakketten uit het water. De cocaïne wordt naar Deense havens vervoerd en van daaruit over de weg naar Nederland getransporteerd. Volgens de anonieme visser wordt de cocaïne in Nederland verder verwerkt en vervolgens gedistribueerd naar verschillende delen van Europa. De opdrachtgevers achter deze illegale activiteiten zijn vermoedelijk grote drugscriminelen uit de Amsterdamse onderwereld die nauwe banden hebben met Zuid-Amerikaanse kartels.
TV2 heeft minstens zes kotters afkomstig van Urk geïdentificeerd als verdachten in deze zaak. Ze ontdekten dat deze kotters bewust hun eigen positiesignaal uitschakelden op zee en langdurig op dezelfde locatie bleven, alsof ze ergens op wachtten. Andere kotters voeren zigzaggend heen en weer om minder op te vallen. Normaal gesproken varen visserskotters heen en weer binnen hetzelfde gebied, maar de verdachte kotters dobberden urenlang rond en keerden plotseling terug naar de haven nadat ze zich achter grote containerschepen hadden verstopt.
Het smokkelen van cocaïne met behulp van Urker kotters is geen nieuw fenomeen. In 2018 werden al een eigenaar en vier opvarenden veroordeeld tot gevangenisstraffen van drie tot zes jaar voor soortgelijke smokkelactiviteiten naar Nederland. Volgens de anonieme Nederlandse visser zijn deze activiteiten nu ook in Denemarken actief vanwege de minder strikte controles daar in vergelijking met Nederland.
De anonieme visser beweert dat er grote sommen geld worden geboden om medewerking te verkrijgen. Hij verklaart: “Als je 100.000 euro kunt krijgen om ‘ze maar een beetje te helpen’, dan zeg je ja. Wat zou je zelf doen als je zoveel geld ziet?” De hoeveelheden drugs beginnen vaak klein (tussen de 50 en 70 kilo), maar groeien al snel uit tot meer dan een ton. Stoppen met de smokkelactiviteiten is volgens de visser geen optie, omdat hij vreest dat de gevolgen en de betrokken organisaties hem voor de rest van zijn leven zullen achtervolgen. Hij geeft aan bang te zijn voor zijn eigen leven.