In Stockholm is een baanbrekend proces van start gegaan tegen Mohammed Hamo, een 65-jarige voormalige Syrische generaal, die beschuldigd wordt van betrokkenheid bij oorlogsmisdrijven tijdens de burgeroorlog in Syrië. Dit maakt hem de hoogst gerangschikte Syrische oud-officier die tot dusver in Europa terechtstaat, met een mogelijke levenslange gevangenisstraf als uitkomst.
De burgeroorlog, die in 2011 in Syrië uitbrak, heeft aan honderdduizenden mensen het leven gekost. Generaal Hamo wordt ervan beschuldigd bewapening voor legereenheden te hebben geregeld, waarbij het Syrische leger disproportioneel veel geweld zou hebben gebruikt. Deze aantijgingen vormen de kern van het proces, waarbij de Zweedse justitie stelt dat Hamo medeplichtig is aan deze misdaden.
De oud-generaal, die tegenwoordig in Zweden woont, ontkent alle beschuldigingen van strafbare handelingen. Zijn verdediging, geleid door zijn advocaat, voert aan dat hij slechts militaire bevelen uitvoerde en persoonlijk niet verantwoordelijk gehouden kan worden voor de daden van het leger. Dit juridische argument benadrukt de complexe vraagstukken rondom verantwoordelijkheid en bevel binnen militaire structuren.
Het proces zal naar verwachting voortduren tot eind mei, waarbij verschillende getuigen uit door het Syrische leger aangevallen steden zullen worden opgeroepen. Deze getuigenissen zullen cruciaal zijn om de omvang en de impact van de acties, waarbij Hamo betrokken zou zijn geweest, verder te verhelderen.
Deze rechtszaak markeert een significante stap in de internationale juridische omgang met oorlogsmisdaden en de pogingen om rechtvaardigheid te brengen voor de slachtoffers van het langdurige conflict in Syrië. Het proces in Stockholm draagt bij aan het groeiende corpus van internationale rechtspraak gericht op het aanpakken van ongestrafte oorlogsmisdaden en het versterken van het principe van verantwoordelijkheid, ongeacht rang of positie.